e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veel drinken galpen: gal"pe (Beverlo), galpen (Beverlo), zuipen: zoupe (Beverlo) overmatig en gulzig drinken, zuipen || zuipen (overmatig drinken) III-2-3
veel te wijde broek flodderbroek: flodderbroek (Beverlo) broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)] III-1-3
veer pluim: ploum (Beverlo, ... ), plûîm (Beverlo), veer: veer (Beverlo) veer, pen, pluim III-4-1
vegen, keren keren: kērə (Beverlo), kērən (Beverlo), uitkeren: ø͂ͅtkērən (Beverlo) de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)] III-2-1
vel op melk brok: brok (Beverlo), brok (van-e mèlk) (Beverlo), zaan: zōn (Beverlo) vel (vlies over gekookte melk) || velletje dat op de melk komt bij het koken [ZND B2 (1940sq)] || vlies (vel op gekookte melk) III-2-3
veld, open land veld: vɛlt (Beverlo) veld [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
veldduif veldsmakker: vèldsmakker (Beverlo) Reisduif (slechte). III-3-2
veldleeuwerik, leeuwerik leeuwerik: lieəwerik (Beverlo), liewerk: lieəwèrk (Beverlo) leeuwerik III-4-1
verbergen verbergen: verbergə (Beverlo) verbergen [ZND 25 (1937)] III-1-2
verdieping statie: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  stoasie (Beverlo) verdiep III-2-1