e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hars permentijn: petəmətèən (Beverlo) hars [ZND 01 (1922)] III-4-3
hart hart: hèt (Beverlo) hart III-1-1
harten in het kaartspel harten: hetten hoas (Beverlo), hetten hoos (Beverlo), Hète zè gin zwète.  hète (Beverlo), Sub kaartspel : spel kaarten : 52 stuks.  hète (Beverlo) [Harten in kaartspel]. || Harten (bij het kaartspel). || Harten: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] III-3-2
havermout havermout: Syst. Frings  hōͅvərmōͅu̯t (Beverlo) Havermout [N 16 (1962)] III-2-3
havermoutpap havermoutpap: Syst. Frings  hōͅvərmōͅu̯tpap (Beverlo) Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)] III-2-3
hazelaar hazelstruik: haozelstreuk (Beverlo), hazenotenbuist: hoozeneuteböst (Beverlo) hazelaar || hazelstruik [ZND 26 (1937)] III-4-3
hazelnoot hazelnoot: haozelneut (Beverlo), hazenoot: hoozeneut (Beverlo) hazelnoot [ZND 26 (1937)] III-4-3
hebben hemmen: heͅmə (Beverlo) hebben [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
hecht van een mes hecht: hɛxt (Beverlo), steel: stēl (Beverlo) de hecht van een mes [N 01 (1960)] || handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
heen en weer (bewegen) over en het weer: euver èn-⁄t wier (Beverlo), weg en weer: wèg-èn-wier (Beverlo) heen-en-weer III-4-4