e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heer heer: hi.ər (Beverlo) heer [RND] III-3-1
hees, schor hees: hie"s (Beverlo), hieës (Beverlo), hieəs (Beverlo), hī-jəs (Beverlo) hees [ZND A2 (1940sq)] || hees (schor) || hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heet, hitsig heet: hiət (Beverlo) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
heg, haag hofhaag: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  hofhoog (Beverlo) tuinhaag III-2-1
heibezem standborstel: stāənboͅsəl (Beverlo) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heilige, zalige heilige: nə heͅligə (Beverlo), neen : eerste e =j  neen heilige (Beverlo) Heilige. [ZND 35 (1941)] III-3-3
hek, poortje poortje: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  pùrteke (Beverlo) hek, klein houten poort III-2-1
helemaal, geheel en al aalling: ōͅlŋ (Beverlo) geheel (aallijk) [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
helling, talud ramp: (mv.: rampe).  ramp (Beverlo), talud: təlui̯ (Beverlo) helling langs de weg [N 27 (1965)] || helling, talud III-4-4
helpen helpen: heͅləpə (Beverlo), hōl"pe (Beverlo) helpen [ZND A1 (1940sq)] || helpen (zie ook baten) III-1-4