e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jammer spijtig: spê"teg (Beverlo), zonde: zun (Beverlo) jammer (spijtig) III-1-4
jarig zijn verjaren: Ich verjoor vendoog.  verjoore (Beverlo), Verjoorde hè vendoog (hui-je)?  verjoore (Beverlo) Jarig [zijn]. || Verjaren. III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): jörtèls (Beverlo), jərtəls (Beverlo), zjertèl (Beverlo, ... ) jarretel(le) || jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] || kousophouder III-1-3
jas: algemeen frak: frak (Beverlo), jas: jas (Beverlo, ... ), paletot (fr.): palto (Beverlo) jas [ZND B1 (1940sq)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jaske (Beverlo) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jasvoorschoot: jasvoorschoot (Beverlo, ... ), paletotvoorschoot (<fr.): palto voorschoot (Beverlo), zegt men soms ook  pal to voorschoot (Beverlo), voorrok: voorrok (Beverlo, ... ) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jenever jenever: zjenever (Beverlo), klare: kleere (Beverlo) jenever || klare III-2-3
jeugd, jongelieden jonge kadees: cf. VD s.v. "kadee"gew. 2. kind, jongen (meervoud = en of s)  joen(g)e kadees (Beverlo), jongvolk: joenkvolk (Beverlo), jŏĕng volk (Beverlo), jonkheid: jùnkhèd (Beverlo), kleine jong, de -: klein joeng (Beverlo) jeugd || jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] III-2-2
jeuken jeuken: j"kə (Beverlo), jeuke (Beverlo) jeuken [ZND B1 (1940sq)] || jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jicht jicht: jecht (Beverlo) jicht [ZND A1 (1940sq)] III-1-2