e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kammen kammen: kammə (Beverlo) kammen (ww.) [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
kanaal vaart: ən vo͂ͅrt (Beverlo) een vaart [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
kandelaar kandelaar: kendeleer (Beverlo), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  kanlê\"r (Beverlo), Uitspr.: \"ei\"= \"è\".  kenneleir (Beverlo) kandelaar || Kandelaar. Hoe heet een kandelaar, zoals er vroeger langs beide zijden op de schoorsteen stonden ? [ZND 37 (1941)] III-2-1
kandijsuiker borstsuiker: bosjsûîker (Beverlo) kandijsuiker III-2-3
kap van een lange schoudermantel kap: kap (Beverlo) kap van lange schoudermantel zonder mantel [kovel, keuvel] [N 23 (1964)] III-1-3
kapelaan kapelaan: kabəlōͅn (Beverlo) Hoe noemt men de priester (of de priesters) die de pastoor helpen de parochie bedienen (Fr. vicaire)? [ZND 36 (1941)] III-3-3
kapmantel caban (fr.): keboa (Beverlo), kapmantel: kapmantel (Beverlo), kapmantəl (Beverlo, ... ), ZND35,011b: Bij oude vrouwen (boeren).  nə kapmantəl (Beverlo), ZND35,011b: n Tiental oude vrouwkens uit den minderen stand.  ne kapmantel (Beverlo) caban || een kapmantel (ruime vrouwenmantel die meestal gedragen werd om naar de kerk te gaan) [ZND 35 (1941)] || kapmantel, grote zwarte ~, zeer ruime aan de hals gerimpelde cape die tot de voeten reikt en voorzien is van een grote muts [mantielie] [N 25 (1964)] || schoudermantel, lange ~ zonder mouwen maar met een kap [kapmantel, kabang, kaban, foek, hoek, schommantel] [N 23 (1964)] III-1-3
kapotjas kapot (<fr.): waren voornamelijk de lange mantel die de soldaten droegen  kapot (Beverlo), kapotjas (<fr.): waren voornamelijk de lange mantel die de soldaten droegen  kapotjas (Beverlo) kapotjas, in de betekenis van kostuum(onderdeel); betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
kaproen kaproen: Een kaalhoofd gebruikte dit vel met haar op.  kaprøͅyn (Beverlo), Pruik.  kaprø̄n (Beverlo) kapruin, in de betekenis van hoofddeksel; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
kapstok kapstok: kapstoͅk (Beverlo) kapstok [ZND 34 (1940)] III-2-1