20132 |
loops |
heet:
hiət (K318p Beverlo),
vuil:
vø͂ͅl (K318p Beverlo)
|
loops, geslachtsdriftig ve teef [Goossens 1b], [N 19 (1963)]
III-2-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
scheut (K318p Beverlo)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loeəpə (K318p Beverlo)
|
lopen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
18697 |
losse linnen halsboord |
colletje (<fr.):
colleke (K318p Beverlo),
hemdsband:
hemdsbans (K318p Beverlo)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18699 |
losse manchet |
armband:
armband (K318p Beverlo)
|
manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18317 |
losse zak onder de rok |
moedertjesrok:
moederkensrok (K318p Beverlo),
moedertjeszak:
moederkenszak (K318p Beverlo)
|
tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17687 |
luchtpijpen |
luchtpijpen:
luchtpijpe (K318p Beverlo)
|
luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19619 |
lucifer |
stekje:
stekske (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo,
K318p Beverlo),
stɛkskə (K318p Beverlo),
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
stèkske (K318p Beverlo)
|
lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)] || lucifer, stokje
III-2-1
|
18918 |
lui |
lam:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
lam (K318p Beverlo),
lui:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
lui (K318p Beverlo)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21346 |
lui (lieden) |
boeren:
a[o}lə burə zeͅn va[o}ndōͅg bøͅtən upt feͅlt oͅnt mōͅ[ə}jə (K318p Beverlo),
lieden:
rijke lieden (K318p Beverlo),
mensen:
mi͂nsən (K318p Beverlo),
rijke menschen (K318p Beverlo),
rèke menschen (K318p Beverlo)
|
De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|