e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sproeten sproeten: sproete (Beverlo) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
spruiten spruitjes: sprøͅtəkəs (Beverlo) spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)] III-2-3
spruiten, uitbotten uitkomen: øͅtkōmə (Beverlo) uitkomen [Goossens 1b (1960)] III-4-3
spruitkool, spruitje spruiten: sprø͂ͅtə (Beverlo) [N Q (1966)] I-7
staande lamp staanlamp: stənlamp (Beverlo) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
staart staat: stet (Beverlo), steͅt (Beverlo), stèt (Beverlo), staatje: stetteke (Beverlo) staart [ZND 07 (1924)] || staartje [ZND 38 (1942)] III-4-2
stad stad: stat (Beverlo) stad [RND] III-3-1
stamppot potage: petoazie (Beverlo), petözi (Beverlo), pətōͅzi (Beverlo), Syst. Frings  pətōͅəzi (Beverlo), Syst. Frings ~ is stamp: aardappelen en groenten onder elkaar gestampt.  pətōͅəzi (Beverlo), smodder: smodder (Beverlo), smukkel: smökel (Beverlo), stomp: stùmp (Beverlo), Syst. Frings  stūmp (Beverlo) stamppot [Goossens 1b (1960)] || Stamppot, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)] III-2-3
standbeeld standbeeld: stambɛlt (Beverlo), Sub tortelduif: Het roe"sdöfke zoot ùp-t standbèld.  standbèld (Beverlo) standbeeld [RND] || Standbeeld. III-3-2
steek snap: snap (Beverlo), steek: steek (Beverlo, ... ), B.v. Da war ne stêk ùner woater.  stêk (Beverlo), suissehoed (<fr.): [sic]  sweshut (Beverlo), tuithoed: Teuthoed.  tøthut (Beverlo) een steek (van een mes) [ZND 31 (1939)] || steek || steek, hoed waarvan de (gedeeltelijke opgeslagen) luifel in twee punten uitloopt (zoals de militarie steek) [suuberood, severo, tööt] [N 25 (1964)] III-1-2, III-1-3