e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderwolk donderwolk: doenderwollek (Beverlo), donderwolken: donderwolkens.  dondərwoləkəs (Beverlo), onweerswolk: onweerswolk (Beverlo), onweerszwart: onweerszwet (Beverlo) donderwolk [ZND 33 (1940)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: donner (Beverlo, ... ), dùner (Beverlo), (opm. mv.: donders = dùnders).  dùnder (Beverlo), de donder.  də donər (Beverlo) donder [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || donder, onweer III-4-4
donker worden, duisteren duister worden: t wordt duister.  ət wiərt dàstər (Beverlo) schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx donker: `t es danker (Beverlo), donkker (Beverlo), dounker (Beverlo) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: duuvelshoor (Beverlo, ... ), duvelshaor (Beverlo) dons [ZND 35 (1941)] || dons v jonge vogels || duivelshaar || nestpluimen III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld heeft zijn pijp weggesmeten: znd 23, 022b;  hit z’n pêp eweg gesmeten (Beverlo), kapot: znd 23, 022b;  kapot (Beverlo), knatskapot: znd 23, 022b; cf. VD s.v. "knats"II versterkend voorvoegsel bij adjectieven inz. knatsgek, knatsgoed etc.  knats kapot (Beverlo), morsdood: znd 23, 022b;  morsdooed (Beverlo), morsdooit (Beverlo), vertrokken: znd 23, 022b;  vertrokken (Beverlo) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doeëd (Beverlo), dood (Beverlo), dooit (Beverlo) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: doej (Beverlo), duwət (Beverlo), dôêt (Beverlo) dood (bn) [ZND A2 (1940sq)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dooit (Beverlo), dooëd (Beverlo) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
dood (zn.) dood: doe"d (Beverlo) dood (zn) III-2-2