e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopvont doopvont: du.əpfű.nt (Beverlo) doopvont [RND] III-3-3
door zwangerschap gedwongen huwelijk moetens: cf. VD s.v. "moetje"een gedwongen huwelijk doordat de bruid zwanger was: dat huwelijk was een moetje; cf. VD s.v. "IV. motten"oneschaafde (ook wel geaffecteerde) spreekvorm van moeten  mùtes (Beverlo) moetje; gedwongen huwelijk III-2-2
doordeweekse (werk)schort blauwe voorschoot: blaaə vörschoewet (Beverlo), blāə vörschoot (Beverlo) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkendaagse broek: s wèr"kendoogse brùk (Beverlo), `s werkendaagse kleren: ’s werkendagse kliere (Beverlo) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] || doordeweekse broek III-1-3
doordeweekse kleren? kwade broek: kooj brùk (Beverlo) doordeweekse broek III-1-3
doordeweekse muts koof: Koof.  kuəf (Beverlo) muts, witte ~ zonder poffer voor door de week, voor oudere en minder gegoede vrouwen ook voor s zondags {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
doorn, stekel doorn: doore, mv. doores (Beverlo) doorn III-4-3
dopen dopen: du.əpə (Beverlo, ... ), e jonk doeëpen (Beverlo), e kind doeëpen (Beverlo), e kinneke doeëpen (Beverlo), e kint dooipen (Beverlo), soppen: soppe  soͅpə (Beverlo) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3, III-3-3
doperwten peulerwten: pōleͅtə (Beverlo) [Goossens 1b (1960)] I-7
dorp dorp: də burəna[o}də vēͅv oͅsə nēgə kuj[ə}n ən zeͅstin schoͅpkəs noͅr tər[ə}b gəbrucht um tə vərku[ə}pə (Beverlo) De boeren hadden vijf ossen en negen koeien en twaalf schapen voor het dorp gebracht, die wilden ze verkopen. [ZND 04 (1924)] III-3-1