e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemands overlijden aanzeggen bidden: bidden (Beverlo), znd 32, 71;  beeën (Beverlo), lijkbidden: znd 32, 71;  lijkbeen (Beverlo) de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] || het overlijden melden en op den dienst verzoeken door gebuur III-2-2
ijken ijken: de gewichten ijken (Beverlo), nieuw  eͅkə (Beverlo), oud  jekə (Beverlo) De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)] III-3-1
ijlen ijlen: B.v. De zike ê"lde van-e köts.  ê"le (Beverlo) ijlen III-1-2
ijs (alg.) ijs: ī.s (Beverlo) ijs III-4-4
ijsbaan ijsbaan: De jung ameseerde zich ùp-t ê"sbo"nke.  ê"sboon (Beverlo), ijsbaantje: De jung amezeerde zich ùp-t ê"sbo"nke.  ê"sbo"nke (Beverlo) Glijbaan. || Sullebaan. III-3-2
ijsberen ijsberen: ēͅzbērə (Beverlo) lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)] III-1-2
ijsje crme-glace: crê"mglas (Beverlo) ijsje III-2-3
ijspegel ijs: ijskegel.  ēͅəs (Beverlo), ijspinnetje: ijspinneken (Beverlo), ps. omgespeld volgens Frings.  ēͅspeͅnnəkə (Beverlo) ijskegel [ZND 36 (1941)] || ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijver ijver: hēͅ heͅt vøl īvər (Beverlo), iever (Beverlo) Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)] || ijver III-1-4
ijverig ijverig: hij is ieverig (Beverlo), ievereg (Beverlo) Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)] || ijverig III-1-4