21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezet (Q072p Beverst),
gĕzet (Q072p Beverst)
|
krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
bekretsen:
bekretsen (Q072p Beverst)
|
krassen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
ook in ZND 28, 048
kref (Q072p Beverst)
|
kreeft [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
20707 |
krentenbrood |
krentenmik:
krentəmek (Q072p Beverst, ...
Q072p Beverst),
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
kreentemik (Q072p Beverst)
|
brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [ZND 28 (1938)]
III-2-3
|
17994 |
kreunen van de pijn |
jammeren:
jeemert (Q072p Beverst)
|
hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
33910 |
kreupel zijn |
lam:
lǭm (Q072p Beverst),
spanken:
spaŋkǝ (Q072p Beverst
[(hinken)]
)
|
[JG 1a; N 8, 62k en 94f]
I-9
|
33831 |
kribbebijter |
kribbijter:
krebē̜.tǝr (Q072p Beverst)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
22351 |
krijgertje spelen |
tikkertje spelen:
/
tikkerke (Q072p Beverst),
tuis lopen:
of fis?
tis lope (Q072p Beverst)
|
/ [SND (2006)] || Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
21501 |
krijt |
krijt:
n stèk wit krijt (Q072p Beverst)
|
Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17579 |
kroeshaar |
kroezelhaar:
krūzəlhōər (Q072p Beverst)
|
kroeshaar [N 10 (1961)]
III-1-1
|