33679 |
loodzand |
witte zavel:
wętǝ zǫvǝl (Q072p Beverst)
|
De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17]
I-8
|
33250 |
loof van de bieten afplukken |
bladeren:
blē̜ǝrǝ (Q072p Beverst)
|
Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.]
I-5
|
25604 |
loonbakken |
bakken:
bákǝ (Q072p Beverst)
|
Het bakken van deeg dat door de mensen bij de bakker wordt gebracht. De bakker krijgt hiervoor een vergoeding. Volgens de informant van L 291 brachten de boeren en burgers hun gemengd deeg naar de bakker. Dit was zeer lastig spul, omdat de samenstelling verschilde en de rijsgraad eveneens. Dikwijls sloeg het in de oven neer. [N 29, 98]
II-1
|
21596 |
loop van een geweer |
loop:
leip (Q072p Beverst)
|
De loop van een geweer [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
schɛvout (Q072p Beverst)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
lopə (Q072p Beverst),
loupen (Q072p Beverst),
lōpe (Q072p Beverst),
lōpə (Q072p Beverst)
|
lopen [ZND 25 (1937)] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)]
III-1-2
|
19500 |
loper |
draaier:
drɛ̄ǝr (Q072p Beverst),
loper:
l ̇ōpǝr (Q072p Beverst)
|
De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.]
II-3
|
34008 |
losgetuigd leiden |
los leiden:
lǫs lēi̯ǝ (Q072p Beverst)
|
Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c]
I-10
|
33729 |
losse paal met draad |
barrier:
brīǝr (Q072p Beverst)
|
Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8]
I-8
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
trog:
[trog] (Q072p Beverst)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|