e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel slof: ’n sloef (Beverst) pantoffel [ZND 40 (1942)] III-1-3
paraplu paraplu: ich heb menne perreplu in de staasie loatə stoan (Beverst), perreplie (Beverst) paraplu [ZND 40 (1942)] || Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] III-1-3
parel parel: peəl (Beverst) parel [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
paren van de duiven paren: pō.rə (Beverst) Paren [van de duiven]. [Goossens 1a (1955)] III-3-2
parochie parochie: ` `n kerkelijke gemeente met een pastoor`  z. toel. (Beverst) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasen pasen: posen vilt loat (Beverst) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
pastinaak pastenaken: pastenaoke (Beverst) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): de pastoor (Beverst), pastu.uər (Beverst) pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)] III-3-3
pater pater (lat.): poͅ.tər (Beverst, ... ) pater [RND] III-3-3
patrijs patrijs: Frings  pətrēͅi̯əs (Beverst), IPA, omgesp.  pətrɛ̄s (Beverst) patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1