e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijfhamer scheerhamel: šē̜r(h)ǭmǝl (Bilzen) In het algemeen een hamer die men bij metaaldrijfwerk gebruikt. Zie ook het lemma "drijven". De banen van de stalen kop van de hamer kunnen al naar gelang de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd, vlak of halfbolvormig zijn. Zie ook afb. 160. Verschillende respondenten (o.m. uit L 423, Q 117, 118) gebruikten voor het drijfwerk een bolhamer. Deze antwoorden zijn verplaatst naar het lemma "bolhamer". [N 33, 57; N 33, 66; N 64, 39g; N 64, 39c; N 66, 6g] II-11
drijfkram vloerdrijver: vlūrdręjvǝr (Bilzen), vloerhaak: vlūr(h)uǝk (Bilzen) IJzeren kram die wordt gebruikt bij het aandrijven van vloerdelen. De kram wordt daartoe in de onderliggende balk vastgeslagen. De ruimte tussen de drijfkram en de vloerdelen wordt vervolgens opgevuld met houten blokken en een wig. Door de wig vast te slaan worden de vloerplanken tegen elkaar gedrukt. [N 54, 136a] II-9
drijfriem band: bant (Bilzen), v-riem: vērīm (Bilzen) De riem die de aandrijfkracht van de motor overbrengt op de poelie. [N 53, 228b] || Riem of snaar, vaak met trapeziumvormige doorsnede, die over schijven loopt en dient om de beweging van het ene machinedeel over te brengen op het andere. Vgl. voor het woordtype kijlriem (Q 99*, 121b) ook het Duitse keilriemen. [N 33, 259; monogr.] II-11, II-12
drijftol dop: een dop was omgekeerd conisch en van een stalen punt voorzien, een koekerel helemaal in hout.  dop (gojje) (Bilzen), kokkerel: koekerell (Bilzen), kukkərɛl (Bilzen), kukəreͅl (Bilzen, ... ), kukərɛl (Bilzen, ... ), (weet niet meer zeker - moet ik nog eens opzoeken)  ɛn koekkerêl (Bilzen) / [SND (2006)] || draaitollen [SND (2006)] || Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Drijftol (tol, die met de zweep wordt voortgedreven). [ZND 01u (1924)] || Drijftol. [ZND 01 (1922)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] III-3-2
drijven aanspannen: ǭnspanǝ (Bilzen), vortscheren: vurtšē̜rǝ (Bilzen) Het op de goede plaats brengen van de loopzool met behulp van een spanriem en een hamer. Over de zool, die voorlopig is vastgezet, spant men de spanriem en met de punt van de hamer drukt men de spanriem achterwaarts. Men beklopt de zool en zet deze met enige houten pinnen vast. [N 60, 102] || In het algemeen een metalen plaat met behulp van drijfhamers zodanig bewerken dat er holle en bolle plaatsen in ontstaan. Zie ook het lemma "drijfhamer". Het lemma bevat verder onder B en C een aantal specifieke termen voor bewerkingen die tot het drijven gerekend worden. [N 64, 95a; N 66, 28a] II-10, II-11
drilkoord koord: kuǝt (Bilzen) Het koord van de drilboog waarmee men een boogdrilboor heen en weer kan laten draaien. Het koord wordt daartoe om de drilklos heen geslagen. Zie ook afb. 127. [N 33, 129] II-11
dringen dringen: dreͅŋə (Bilzen), dringen (Bilzen), stoten: stauten (Bilzen) dringen [ZND A1 (1940sq)] || niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkbak drinkbak: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  drènkbak (Bilzen) Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkbak? [N 93 (1983)] III-3-2
drinkbak voor de koeien krib: krep (Bilzen), trog: truǝx (Bilzen) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinkbekertje snel: snɛl (Bilzen) Bekertje dat met een ijzeren haakje aan de rand van de coco-emmer bevestigd is en dient om er de coco-drank mee uit te scheppen. [N 98, 16] II-8