e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinken drinken: drĕnken (Bilzen), lessen: lèsse (Bilzen) de dorst doen ophouden (lessen) [N 80 (1980)] || drinken [Willems (1885)] III-2-3
drinkglas glas: glaos (Bilzen), glòs (Bilzen), gəloas (Bilzen), pint: pīnt (Bilzen) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
drinktafel bankje: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’t bênkske (Bilzen), drinktafel: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de drinktoffel (Bilzen) de tafel waarop de drinkbak geplaatst wordt? [N 93 (1983)] III-3-2
droesem dras: dras (Bilzen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  drass (Bilzen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (koffie)  dras (Bilzen), droesem: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (wijn)  droezem (Bilzen) bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] || droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
dronkaard zattelemme: zaotelêmme (Bilzen), zatzak: zaotzak (Bilzen) iemand die voortdurend dronken is (dronkaard) [N 80 (1980)] III-2-3
dronken zat: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  zoaët (Bilzen), zōͅt (Bilzen) dronken [ZND 01u (1924)] III-2-3
droog snot droog snot: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’t dreig snot (Bilzen), koppijn: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  koppaajn (Bilzen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: besmetting van ademhalingswegen en krop zonder afscheiding (droog snot)? [N 93 (1983)] III-3-2
droog weer droog: dreejch (Bilzen) droog [RND] III-4-4
droogplaats baan: bǭn (Bilzen) Het gedeelte van de steenbakkerij waar de vormelingen werden omgeslagen om te drogen tot ze hanteerbaar waren. De droogplaats werd voor de campagne gëgd, zonodig met zand opgevuld en met een verzwaard raamwerk gesleept, zodanig dat het oppervlak naar de kanten licht afhelde. Vervolgens werd het geheel gewalst - Geuskens, pag. 97. Drie meter breedte van de baan werd in Q 17 een zats (zats) genoemd. Was zoɛn stuk volgelegd, dan werd de vormtafel verplaatst. Zie ook het lemma ɛomzettenɛ.' [N 98, 95; monogr.] II-8
droogstaan droogstaan: (de koe) stē drɛi̯x (Bilzen) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11