31915 |
een beitel slijpen |
scherp maken:
šɛr(ǝ)p mǭkǝ (Q083p Bilzen),
slijpen:
slęjpǝ (Q083p Bilzen)
|
De beitelsnede scherp maken met behulp van de slijpsteen. [N 53, 48a; N 53, 110; monogr.]
II-12
|
31917 |
een beitel wetten |
vamen:
vē̜mǝ (Q083p Bilzen),
vamen afdoen:
dǝ vǭmǝn, vē̜m ǭf˱dūn (Q083p Bilzen)
|
De kleine oneffenheden die bij het slijpen zijn gevormd op de snede van de beitel met behulp van een wetsteen verwijderen. Zie ook afb. 72. [N 53, 48b]
II-12
|
29084 |
een bochel inwerken |
een kroft inwerken:
nǝ kruf ęnwęrkǝ (Q083p Bilzen),
in een piet verwerken:
ęn nǝ pet vǝrwęrkǝ (Q083p Bilzen)
|
Een bochel in een jas werken door middel van het knippen van het patroon of door strijken of persen. [N 59, 89]
II-7
|
31054 |
een boogje breken |
boog breken:
buǝx brę̄kǝ (Q083p Bilzen),
het glas breken:
ǝt glǭs brę̄kǝ (Q083p Bilzen)
|
Het schrapglas in gebogen vorm breken, zodat men daarmee de zool kan schrappen. [N 60, 119c]
II-10
|
20505 |
een borrel drinken |
een borrel pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ne borrel pakke (Q083p Bilzen),
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
e drepke drenken (Q083p Bilzen),
ən drĕpkə drĕnkə (Q083p Bilzen),
een op zijn hart zetten:
eene op z’n hat zètte (Q083p Bilzen),
een woepen:
eene woeppe (Q083p Bilzen),
naar de vrouw eens gaan kijken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
noë de vroo es gon kieken (Q083p Bilzen),
naar het kindje gaan kijken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
noë ’t kindje gon kieken (Q083p Bilzen)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] || jenever drinken (proeven) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
30892 |
een borstel aanzetten |
borstel aanzetten:
bosǝl ǭnzętǝ (Q083p Bilzen)
|
Het aan de pekdraad bevestigen van een varkensborstel. Men splijt daarbij het varkenshaar gedeeltelijk en draait de twee spliteindjes kruislings om het spitse uiteinde van de pekdraad en zet de borsteleindjes vast in een gaatje in de pekdraad. [N 60, 198b]
II-10
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham smeren:
ənə boͅtram smēͅərə (Q083p Bilzen)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
22484 |
een cadeau geven |
schenken:
schênken (Q083p Bilzen),
šeŋkə (Q083p Bilzen)
|
Schenken. [Willems (1885)], [ZND A1 (1940sq)]
III-3-2
|
29088 |
een draad om het knoopsgat naaien |
oversteken:
īvǝrstē̜kǝ (Q083p Bilzen)
|
Een draad om het knoopsgat naaien tegen het uitrafelen. [N 59, 139]
II-7
|
21988 |
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten |
numro een:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
numeroo een zètte (Q083p Bilzen)
|
een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|