e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goed doorbakken steen (een) helle: nǝn hɛlǝ (Bilzen), een goede: nǝn gujǝ (Bilzen), een helgebakken: nǝn hɛlgǝbakǝ (Bilzen), goedgebakken brik: gūt˲gǝbakǝ brek (Bilzen) In Q 211 waren de goed doorbakken stenen blauw en zwart (blōw ɛn ēwats), in Q 121b zwart en grijs (ēwats ɛn grī̄s) en in P 176 donkel (dǫŋk\l).' [N 98, 170; monogr.] II-8
goed luisteren goed luisteren: goed lésteren (Bilzen) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goed passen schoon mikken: šawn mekǝ (Bilzen), schoon passen: šawn pasǝ (Bilzen) Goed zitten of passen, gezegd van een kledingstuk. [N 62, 26a; MW] II-7
goed uit de weg kunnend goed te poot: gut tǝ pǫu̯t (Bilzen) Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d] I-9
goed voederen goed voederen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  goēd voēre (Bilzen) Hoe heet verder in Uw dialect: goed voederen? [N 93 (1983)] III-3-2
goedaardige droes droes: drus (Bilzen) Een infectieziekte in de keelstreek die vooral jonge paarden aantast. Tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte verloopt ongeveer èèn week. Dan treedt koorts op, gepaard met ontsteking van het neusslijmvlies, waarbij veel slijm wordt afgescheiden, dat na enkele dagen etterig wordt. Typisch voor deze ziekte is de klierzwelling tussen de beide takken van de onderkaak; snel wordt de gezwollen klier dan week, verettert en breekt door. Gewoonlijk verloopt de ziekte goedaardig. [A 48A, 28b; N 8, 89 en 90a; N 52, 15b, 24 en 25; monogr.] I-9
goedheid goedheid: ook materiaal znd 24, 20  goedhet (Bilzen), goedigheids: ook materiaal znd 24, 20  goedighêts (Bilzen), goeiëghēts (Bilzen) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4
goedkoop goedkoop: das goeïekoop (Bilzen), dat es goeie koop (Bilzen), goeiekoop (Bilzen) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] || goedkoop [ZND 01 (1922)] III-3-1
goedkoopst bestekoop: bestekoop (Bilzen), bêste koop (Bilzen) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopste rang in een schouwburg achterste rij: de aaterste raaj (Bilzen), engelenbak: èngelebak (Bilzen), uil: den aajl (Bilzen), uilenkot: aajlekot (Bilzen), uilenkot (Bilzen) de goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot] [N 112 (2006)] III-3-2