e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jarig zijn jarig zijn: jièrig (Bilzen), verjaardag vieren: verjoërdaog viere (Bilzen, ... ), verjaren: verjoërd zien (Bilzen), verjoëre (Bilzen, ... ) Jarig. [Willems (1885)] || zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren] [N 112 (2006)] III-3-2
jarig zijn add. een nieuwe deur hangen: (alle 10 j.)  ɛn nauw diër hange (Bilzen), een nieuwe poort hangen: (alle 20 j.)  ɛn nauw poët hange (Bilzen) zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren] [N 112 (2006)] III-3-2
jas met onzichtbare sluiting jas met een gulp: jàs mét ən gélləp (Bilzen), jàs mét ən gélp (Bilzen), pardessus (fr.) met een pat (<fr.): pàrdəssŭŭ mét ən pàt (Bilzen), pit met een sous patte (fr.): pit mét ən sŏĕpàt (Bilzen) een jas met onzichtbare sluiting [N 59 (1973)] III-1-3
jas: algemeen pit: piet, 2 piette (Bilzen), pit (Bilzen, ... ) jas [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 08 (1925)] III-1-3
jenever brandewijn: brannewei̯n (Bilzen), brannewijn (Bilzen), jenever: zjeneiver (Bilzen), ženei̯vər (Bilzen) jenever [ZND 01u (1924)] III-2-3
jeneverbes lijsterboom: lijsterboom (Bilzen), takshaag: ?  ta͂kshoi:x (Bilzen) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [ZND 49 (1958)] III-4-3
jeugd, jongelieden jonge gasten: joeng gaste (Bilzen), jonge mensen: jŏĕng minsən (Bilzen), jongelui: jung leië (Bilzen) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] III-2-2
jeuk jeuksel: hiəksəl (Bilzen) jeuk [ZND 01u (1924)] III-1-2
jeuken jeuken: jieëke (Bilzen) jeuken [ZND 01 (1922)] III-1-2
jicht jicht: jeg (Bilzen), jeͅX (Bilzen), jieëg (Bilzen) jicht [ZND 01 (1922)], [ZND A1 (1940sq)] || reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2