e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwerig kisper: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kispər (Bilzen), kisperachtig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kisperêtig (Bilzen), kisperɛ̄tig (Bilzen) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kietelen kietelen: kitələ (Bilzen), krevelen: krievele (Bilzen), krīvələ (Bilzen), krīvələn (Bilzen) kittelen [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || kittelen, kriebelen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
kieuwen kieuwen: kiēwe (Bilzen), ook in ZND 27, 084  kieuwe (Bilzen), vliezen: ook in ZND 27, 084  vlieze (Bilzen) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] || kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2
kievit kievit: ook: keiwit  kiēvit (Bilzen), ook: kievit  keiwit (Bilzen) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kiezel, kiezelsteen kiezel: kiezel (Bilzen) kiezel [ZND 01 (1922)] III-4-4
kijkgat kijkkot: kī̄kkūt (Bilzen) Controlegat. In Q 95 werd het verloop van het bakproces niet via een speciaal kijkgat, maar via het stookgat, het potje (pø̜tē\), gecontroleerd. [N 98, 141; monogr.] II-8
kikker kwakvros: ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvroe(j)es (Bilzen) kikvors [ZND 01 (1922)] III-4-2
kikkerdril kwakvroseieren: kwakfruəzɛ̄ər (Bilzen) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)eieren, eitjes: kwakfruəzɛ̄ər (Bilzen) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkervisje koelekop: koelekop (Bilzen) kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2