e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korst korst: verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  kosə (Bilzen) eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)] III-2-3
kort geknipt haar bros: bros (Bilzen), brosje: broske (Bilzen), broske: broske (Bilzen), stekels: stiekele (Bilzen) Overal kort geknipt hoofdhaar [tieters, stoppelen] [N 114 (2002)] III-1-1
kort stikken kant stikken: kant stekǝ (Bilzen) Smal ten opzichte van de kant stikken. [N 59, 56] II-7
kortademig dempig: dempig (Bilzen, ... ), deͅmpig (Bilzen) dempig [ZND 01 (1922)] || hij is dempig (kan moeilijk ademen) [ZND 23 (1937)] III-1-2
korte broek fluitjesbroek: fleetjesbroek (Bilzen), korte broek: kotte broek (Bilzen), kóttə brŏŏk (Bilzen), ’n kotte broek (Bilzen) een korte broek [N 59 (1973)] || korte broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
korte laars stramp: strampen (Bilzen) Laars, een paar laarzen (laars die alleen het been bedekt tussen enkel en knie) [ZND 37 (1941)] III-1-3
korte onderbroek korte onderbroek: kotte onderbroek (Bilzen) Mannenondergoed [N 114 (2002)] III-1-3
korte onderbroek? onderbroekje: mansonderbroek"is niet gebruikelijk  onderbrikske (Bilzen) Korte onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
korte overjas halve lange, een -: én vl؉r, mét stéékmaol\\ n\\ grout\\ kraoch, vîel dör d\\ b؉r\\mins\\ gedraog\\ lèngs d\\ áár  hààvəlànge (Bilzen), korte pardessus (fr.): van îeverjàssestòf  kótte pàrdəssŭŭ (Bilzen), stoepjas: stŏĕpjàs (Bilzen) korte overjas (hoe zag deze eruit, van welke stof was deze gemaakt) [N 59 (1973)] III-1-3
korte steek korte steek: kotǝ stīk (Bilzen) Steek die men gebruikt bij open kant. Zie afb. 49. [N 60, 111b] II-10