20617 |
korst |
korst:
verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.
kosə (Q083p Bilzen)
|
eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)]
III-2-3
|
17797 |
kort geknipt haar |
bros:
bros (Q083p Bilzen),
brosje:
broske (Q083p Bilzen),
broske:
broske (Q083p Bilzen),
stekels:
stiekele (Q083p Bilzen)
|
Overal kort geknipt hoofdhaar [tieters, stoppelen] [N 114 (2002)]
III-1-1
|
28978 |
kort stikken |
kant stikken:
kant stekǝ (Q083p Bilzen)
|
Smal ten opzichte van de kant stikken. [N 59, 56]
II-7
|
18013 |
kortademig |
dempig:
dempig (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
deͅmpig (Q083p Bilzen)
|
dempig [ZND 01 (1922)] || hij is dempig (kan moeilijk ademen) [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
18287 |
korte broek |
fluitjesbroek:
fleetjesbroek (Q083p Bilzen),
korte broek:
kotte broek (Q083p Bilzen),
kóttə brŏŏk (Q083p Bilzen),
’n kotte broek (Q083p Bilzen)
|
een korte broek [N 59 (1973)] || korte broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)]
III-1-3
|
18216 |
korte laars |
stramp:
strampen (Q083p Bilzen)
|
Laars, een paar laarzen (laars die alleen het been bedekt tussen enkel en knie) [ZND 37 (1941)]
III-1-3
|
18594 |
korte onderbroek |
korte onderbroek:
kotte onderbroek (Q083p Bilzen)
|
Mannenondergoed [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18600 |
korte onderbroek? |
onderbroekje:
mansonderbroek"is niet gebruikelijk
onderbrikske (Q083p Bilzen)
|
Korte onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18562 |
korte overjas |
halve lange, een -:
én vl؉r, mét stéékmaol\\ n\\ grout\\ kraoch, vîel dör d\\ b؉r\\mins\\ gedraog\\ lèngs d\\ áár
hààvəlànge (Q083p Bilzen),
korte pardessus (fr.):
van îeverjàssestòf
kótte pàrdəssŭŭ (Q083p Bilzen),
stoepjas:
stŏĕpjàs (Q083p Bilzen)
|
korte overjas (hoe zag deze eruit, van welke stof was deze gemaakt) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
31028 |
korte steek |
korte steek:
kotǝ stīk (Q083p Bilzen)
|
Steek die men gebruikt bij open kant. Zie afb. 49. [N 60, 111b]
II-10
|