e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lengte lengte: lɛŋtǝ (Bilzen) Benaming voor een verticaal genomen maat, in het bijzonder als tweede deel van een samenstelling als broeklengte, of voor een horizontaal genomen maat voor een verticaal deel van het kledingstuk, in het bijzonder als tweede deel van een samenstelling als mouwlengte. [N 59, 47a, N 62, 2b] II-7
lengtedoorsnede opstand: ǫpstant (Bilzen) Een getekende, verticale doorsnede van een werkstuk, bijvoorbeeld van een meubel. [N 53, 205e] II-12
lente, voorjaar lente: lente (Bilzen) lente [ZND 30 (1939)] III-4-4
lepe, doortrapte kerel linkse, een -: limpse (Bilzen) leep, doortrapt [ZND 01 (1922)] III-1-4
lepel lepel: leppel (Bilzen) Lepel (juiste dialectuitspraak) [ZND 37 (1941)] III-2-1
lepelboor lepelboor: lępǝlbuǝr (Bilzen) Boorijzer voor hout met een lepelvormig uiteinde. Het snijvlak van de boor is half bolvormig. Zie ook afb. 74b. De lepelboor wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De wagenmaker boort er onder meer de voorgeboorde naven van karwielen verder mee uit zodat daar vervolgens de naafbus in geplaatst kan worden. [N 33, 329; N 53, 162a; N G, 31c; monogr.] II-12
leren leren: de hebs haaië het meeste geleird en de bes braaf gewes, de mâos vrigger nou thaus gon as d⁄aander (Bilzen), de hèbs haain het meeste geleiërd en de bus braaf gewess de moe`uegs vrieger thaus gonn as de aander (Bilzen) Gij hebt vandaag het meeste geleerd en ge zijt braaf geweest, gij moogt vroeger naar huis gaan als de andere. Gij: deze ganse zin staat in de tweede pers. enkelv. [ZND 04 (1924)] III-3-1
leren naaien naar de coupe gaan: nu dǝ kup gǫn (Bilzen), naar de coupeschool gaan: nu dǝ kupšuǝl gǫn (Bilzen), voor naaierse leren: vør nē̜iǝs lęjrǝ (Bilzen) Het vak van naaister leren. [N 62, 1f] II-7
leugen leugen: [ontrondingsgebied: leugen -> liegen]  liəgə (Bilzen) een leugen [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
leuninghouders smeedijzers: smiǝ-ęjzǝrs (Bilzen) Haakvormige ijzers waarmee de trappeleuning aan de muur of op de smetplank wordt bevestigd. [N 55, 140] II-9