e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaam lichaam: lichaam (Bilzen), liggaom (Bilzen), lijf: lijef (Bilzen), lijf (Bilzen) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] || lichaam [ZND 01 (1922)] III-1-1
lichaamsvocht leewater: lēiwottər (Bilzen), léwotter (Bilzen) het leewater (ziekte van de gewrichten; Fr. épanchement de synovi) [ZND 01u (1924)] || leewater [ZND 01 (1922)] III-1-2
licht verkouden een beetje verkoud: Lichte verkoudheid.  ix baen ə bitšə vərkat (Bilzen), licht verkoud: Lichte verkoudheid.  ix baen lix vərkat (Bilzen) Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] III-1-2
lichten (de steen) laten zakken: lø̜tǝ zakǝ (Bilzen), (de steen) opdraaien: op˱drɛǝn (Bilzen), (de steen) vaneenaf draaien: vānēnōf˱ drɛǝn (Bilzen), afdraaien: ǭf˲drɛǝn (Bilzen), aflagen: ǭfle̜jgǝn (Bilzen), ophogen: ǫphygǝ (Bilzen) De molenstenen met behulp van de licht dichter bij elkaar of verder van elkaar brengen. Van een aantal opgaven is het onduidelijk of ze intransitief gebruikt worden dan wel een bepaalde term tot object hebben. Voor zover door de respondenten opgegeven, is in het woordtype het object tussen ronde haken vermeld. Het lemma is onderverdeeld in drie groepen. Het materiaal dat onder a) bijeen is geplaatst, bevat algemene benamingen voor lichten. In b) en c) zijn specifieke benamingen voor respectievelijk het verder uit elkaar brengen en het dichter bijeenbrengen van de molenstenen geplaatst. [N O, 23n; N O, 23o; Vds 107; Vds 108; Jan 140; Jan 149; Jan 150; Coe 121; Coe 122; Coe 123; Grof 143; Grof 144] II-3
lichtgeraakt, kregel krievelig: ook materiaal znd 28, 49  krievelig (Bilzen), lichtgetokt: ook materiaal znd 28, 49  lig getoek (Bilzen) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: e lid van een vereeniging (Bilzen) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje liedje: het lidshe (Bilzen), leet(j)sje (Bilzen), lidje (Bilzen), liedsche (Bilzen), litsjə (Bilzen) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Lied. [Willems (1885)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: lidshes (Bilzen), liedsjes (Bilzen) Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Lied. [Willems (1885)] III-3-2
liefde liefde: liefde (Bilzen) Liefde. [ZND 01 (1922)] III-3-1
liefkozen aaien: ieaën (Bilzen) liefkozen [ZND 01 (1922)] III-1-4