e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
links, linkshandig links: lengs (Bilzen) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linkse boor linkse boor: lęŋksǝ buǝr (Bilzen) Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het linksom gedraaid wordt. [N 33, 158a] II-11
linkshandig persoon linkse, een -: ne lenkse (Bilzen) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linnen, linnengoed lijnen: lęjnǝ (Bilzen), lijwaad: lęjvǝt (Bilzen), linnen: lenǝ (Bilzen) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
linnenkast legkast: leͅxkast (Bilzen), lijnwaadkast: leͅi̯vətkas (Bilzen, ... ) legkast [N 56 (1973)] || linnenkast [N 56 (1973)] III-2-1
lintvoeg lange voeg: laŋ vūx (Bilzen), platte voeg: platǝ vūx (Bilzen) Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.] II-9
lintwormen wormen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  wérm (èn de dêrm) (Bilzen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lintwormen? [N 93 (1983)] III-3-2
lintzaagmachine lintzeeg: lęnt˲zē̜x (Bilzen) Stationaire machine voor het zagen van diverse materialen. Het zaagblad van de lintzaagmachine bestaat uit een stalen band zonder einde dat aan één kant van zaagtanden is voorzien en wordt aangedreven door een elektromotor. Het te zagen materiaal rust op een zaagtafel en wordt tegen het draaiende blad aangedrukt. Met de lintzaag kunnen ook gebogen zaagsnedes worden gemaakt. [N 50, 69; N 53, 16; monogr.] II-12
lip lip: lep (Bilzen), lip (Bilzen, ... ), lippe (Bilzen), ən lip (Bilzen) een lip [znd A1 (1940sq)] || lip [RND], [ZND 01 (1922)] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lip van de bankschroef klem: klɛm (Bilzen) Het verstelbare houten blok van de bankschroef waarmee een werkstuk tegen de rand van het werkbankblad geklemd kan worden. [N 53, 208k] II-12