17867 |
links, linkshandig |
links:
lengs (Q083p Bilzen)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
31400 |
linkse boor |
linkse boor:
lęŋksǝ buǝr (Q083p Bilzen)
|
Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het linksom gedraaid wordt. [N 33, 158a]
II-11
|
17869 |
linkshandig persoon |
linkse, een -:
ne lenkse (Q083p Bilzen)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
28772 |
linnen, linnengoed |
lijnen:
lęjnǝ (Q083p Bilzen),
lijwaad:
lęjvǝt (Q083p Bilzen),
linnen:
lenǝ (Q083p Bilzen)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
19753 |
linnenkast |
legkast:
leͅxkast (Q083p Bilzen),
lijnwaadkast:
leͅi̯vətkas (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
legkast [N 56 (1973)] || linnenkast [N 56 (1973)]
III-2-1
|
30160 |
lintvoeg |
lange voeg:
laŋ vūx (Q083p Bilzen),
platte voeg:
platǝ vūx (Q083p Bilzen)
|
Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.]
II-9
|
22052 |
lintwormen |
wormen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
wérm (èn de dêrm) (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lintwormen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
31436 |
lintzaagmachine |
lintzeeg:
lęnt˲zē̜x (Q083p Bilzen)
|
Stationaire machine voor het zagen van diverse materialen. Het zaagblad van de lintzaagmachine bestaat uit een stalen band zonder einde dat aan één kant van zaagtanden is voorzien en wordt aangedreven door een elektromotor. Het te zagen materiaal rust op een zaagtafel en wordt tegen het draaiende blad aangedrukt. Met de lintzaag kunnen ook gebogen zaagsnedes worden gemaakt. [N 50, 69; N 53, 16; monogr.]
II-12
|
17617 |
lip |
lip:
lep (Q083p Bilzen),
lip (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
lippe (Q083p Bilzen),
ən lip (Q083p Bilzen)
|
een lip [znd A1 (1940sq)] || lip [RND], [ZND 01 (1922)] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
32008 |
lip van de bankschroef |
klem:
klɛm (Q083p Bilzen)
|
Het verstelbare houten blok van de bankschroef waarmee een werkstuk tegen de rand van het werkbankblad geklemd kan worden. [N 53, 208k]
II-12
|