e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mikken mikken: miki (Bilzen), mikken (Bilzen, ... ), ogen: e.gə (Bilzen), e.gən (Bilzen) lonken (mikken) [RND] || Mikken. [Willems (1885)] || Op iemand mikken (om met een boog of geweer te schieten). [ZND 38 (1942)] III-3-2
minderen mindereren: minereeren (Bilzen), vermindereren: verminereeren (Bilzen) Bestaat er voor het "minderen"bij het breiwerk een afzonderlijk woord? [ZND 31 (1939)] III-1-3
minderjarig minderjarig: znd 1 a-m  minderjoeërig (Bilzen) minderjarig [ZND 01 (1922)] III-2-2
minnares aanhoudster: ⁄n aonhaagster (Bilzen), een ander: hoe hièt ⁄n aander (Bilzen) concubine [N 37 (1971)] III-2-2
misdienaar koraal (<lat.): kro:l (Bilzen), kroal (Bilzen), krouwl (Bilzen) Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3
mislukt misgemaakt: mesgǝmǫk (Bilzen), mislukt: meslęk (Bilzen), mismaakt: mesmok (Bilzen) Mislukt of versneden, gezegd van een werkstuk van de kleermaker. [N 59, 193] II-7
mislukte steek losse steek: losǝ stīk (Bilzen) Steek met de naaimachine die niet gepakt is. [N 62, 16b] II-7
mismaakt mismaakt: mismok (Bilzen), mismouk (Bilzen) het kind is mismaakt [ZND 31 (1939)] || mismaakt [ZND 01 (1922)] III-1-2
mist, nevel (alg.) mist: mis (Bilzen), nevel: niffel (Bilzen) mist, nevel [ZND 39 (1942)] III-4-4
modder, slijk drabbel: drabbel (Bilzen), drek: drek (Bilzen, ... ), modder: modder (Bilzen) modder, slijk [ZND 39 (1942)] III-4-4