e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mouwsplitje mouwslipje: mǫwslepkǝ (Bilzen), open splitsje: uǝpǝ spletšǝ (Bilzen), slipje: slepkǝ (Bilzen) Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a] II-7
mouwvoering aannaaien (de) mouw aannaaien: dǝ mǫw ęnnē̜ǝ (Bilzen), (de) voering aannaaien: dǝ vujǝreŋ ǭnnē̜ǝ (Bilzen), mouwevoer aannaaien: mǫwǝvūr ēnnē̜ǝ (Bilzen), mouwvoering vastlappen: mǫwvūreŋ vaslapǝ (Bilzen) De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127] II-7
mug mug: mĕg (Bilzen) mug [Willems (1885)] III-4-2
muil muil: mau̯l (Bilzen) Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b] I-9
muilband domband: dombā.nt (Bilzen  [(mv -bɛ̄ǝn)]  ), snuitband: snǫ.wt˱bá.nt (Bilzen  [(mv -bɛ̄n)]  ) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muilpeer dadel, enz.): maulpēͅr (Bilzen), muilpeer: maulpêër (Bilzen, ... ), peer: pèr (Bilzen), pruim: proem (Bilzen), soufflet (fr.): servelai (Bilzen, ... ) een muilpeer (geef gelijkbeteekenende woorden: oorvijg [ZND 01u (1924)] || hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] || muilpeer [ZND 01 (1922)] III-1-2
muis muis: mōūs (Bilzen) muis [Willems (1885)] III-4-2
muizen loeren: loeren (Bilzen), muizen: mauze (Bilzen) de katten muizen [ZND 31 (1939)] || Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)] III-2-1
multiplex multiplex: mølteplɛks (Bilzen) Gefineerd plaatmateriaal dat in vijf of meer lagen op elkaar gelijmd en geperst is. [N 56, 7b] II-12
muts: algemeen muts: muits (Bilzen), Ouderwetse vrouwenmuts.  mits (Bilzen) pet, muts, klak [RND] III-1-3