29066 |
mouwsplitje |
mouwslipje:
mǫwslepkǝ (Q083p Bilzen),
open splitsje:
uǝpǝ spletšǝ (Q083p Bilzen),
slipje:
slepkǝ (Q083p Bilzen)
|
Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a]
II-7
|
29069 |
mouwvoering aannaaien |
(de) mouw aannaaien:
dǝ mǫw ęnnē̜ǝ (Q083p Bilzen),
(de) voering aannaaien:
dǝ vujǝreŋ ǭnnē̜ǝ (Q083p Bilzen),
mouwevoer aannaaien:
mǫwǝvūr ēnnē̜ǝ (Q083p Bilzen),
mouwvoering vastlappen:
mǫwvūreŋ vaslapǝ (Q083p Bilzen)
|
De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127]
II-7
|
24356 |
mug |
mug:
mĕg (Q083p Bilzen)
|
mug [Willems (1885)]
III-4-2
|
33767 |
muil |
muil:
mau̯l (Q083p Bilzen)
|
Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b]
I-9
|
26147 |
muilband |
domband:
dombā.nt (Q083p Bilzen
[(mv -bɛ̄ǝn)]
),
snuitband:
snǫ.wt˱bá.nt (Q083p Bilzen
[(mv -bɛ̄n)]
)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
17872 |
muilpeer |
dadel, enz.):
maulpēͅr (Q083p Bilzen),
muilpeer:
maulpêër (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
peer:
pèr (Q083p Bilzen),
pruim:
proem (Q083p Bilzen),
soufflet (fr.):
servelai (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
een muilpeer (geef gelijkbeteekenende woorden: oorvijg [ZND 01u (1924)] || hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] || muilpeer [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
24357 |
muis |
muis:
mōūs (Q083p Bilzen)
|
muis [Willems (1885)]
III-4-2
|
20122 |
muizen |
loeren:
loeren (Q083p Bilzen),
muizen:
mauze (Q083p Bilzen)
|
de katten muizen [ZND 31 (1939)] || Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
32104 |
multiplex |
multiplex:
mølteplɛks (Q083p Bilzen)
|
Gefineerd plaatmateriaal dat in vijf of meer lagen op elkaar gelijmd en geperst is. [N 56, 7b]
II-12
|
18418 |
muts: algemeen |
muts:
muits (Q083p Bilzen),
Ouderwetse vrouwenmuts.
mits (Q083p Bilzen)
|
pet, muts, klak [RND]
III-1-3
|