e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opleren opleren: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  opleïre (Bilzen), voor kwaad zetten: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  vör kaud zètte (Bilzen) Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: jonge duiven (een paar kilometer van het hok) wegbrengen, om ze te leren [N 93 (1983)] III-3-2
opmaken opmaken: gɛ.lt opmô:kə (Bilzen), oͅpmōͅkə (Bilzen) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opmaken van staart en manen opmaken: ǫpmǭkǝ (Bilzen), opvlechten: ǫpvlęxtǝ (Bilzen) In dit lemma zijn de antwoorden op twee vragen samengebracht: "het opmaken van staart en manen" (N 8, 103a), en "een paardestaart vlechten" (N 8, 103b). De antwoorden op vraag 103a hebben immers vrijwel alleen met het opmaken en vlechten van de staart te maken. [N 8, 103a en 103b] I-9
opnaaisel koppel: kǫpǝl (Bilzen) Omgenaaide plooi in een kledingstuk waardoor het korter wordt. [N 62, 20] II-7
opnieuw beginnen opnieuw beginnen: opnauw beginne (Bilzen), opternieuw beginnen: opternauw beginne (Bilzen) opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)] III-1-4
opnieuw wannen triēren: triø̜̄rǝ (Bilzen) Als men uit het gezuiverde graan het beste zaad wil halen dat zal dienen als zaaigraan, moet men opnieuw wannen. Men draait de wanmolen dan vlug rond zodat al het fijnere graan wegvliegt. Soms gebeurt dit niet met de wanmolen, maar door het graan te zeven; zie het lemma ''zeven met de handzeef'' (6.3.11). De omschrijvende opgaven met behulp van het heteroniem van het lemma wannen, zoals nog eens doordraaien, of voor de tweede keer doorjagen, zijn hier niet opgenomen. [JG 1a, 1b -gedeeltelijk-] I-4
opper mijt: męi̯.t (Bilzen) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oppinnen voorlopig oppinnen: vø̜rlōpex oppenǝ (Bilzen) Het voorlopig vastslaan van het overleer na het overhalen. [N 60, 85] II-10
oppoffen poffen: pufǝ (Bilzen) Tot een pof opnemen. [N 62, 29] II-7
oppoken rochelen: ruǝxǝlǝ (Bilzen) Het vuur oppoken. [N 29, 8a; OB 2, 2b; monogr.] II-1