19474 |
pook |
brandijzer:
bīəneͅi̯ər (Q083p Bilzen),
keuterijzer:
kiətəreͅi̯zər (Q083p Bilzen)
|
pook (gebogen ijzer om het vuur aan te porren, Fr. tisonnier) [ZND 05 (1924)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pōǝ.t (Q083p Bilzen),
pūǝ.t (Q083p Bilzen)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
29779 |
poorten |
deuren:
diǝrǝ (Q083p Bilzen),
ingangen:
ęngɛŋ (Q083p Bilzen),
uitgangen:
ǫwt˲gɛŋ (Q083p Bilzen)
|
De inrij- en uitkruigaten in de buitenmuur van de ringoven. Zie ook afb. 26. [N 98, 129; N 98, 151; monogr.]
II-8
|
29789 |
poorten dichtmetselen |
deuren toemaken:
diǝrǝ tǫwmǭkǝ (Q083p Bilzen)
|
De toegangspoorten met stenen en modder dichtmaken, zodra de betreffende kamers vol zijn en bij het bakproces worden betrokken. Het dichtmetselen en na het bakken weer openen van de poorten werd in Q 95 door de stoker gedaan. [N 98, 148; monogr.]
II-8
|
33796 |
poot |
poot:
pǫu̯t (Q083p Bilzen
[(mv pou̯tǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
34019 |
poot omhoog |
voet-op:
vūt˱ ǫp (Q083p Bilzen)
|
Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k]
I-10
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
plantaardappelen:
plãnt[aardappelen] (Q083p Bilzen)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
22806 |
pop |
pop:
em poop (Q083p Bilzen),
poep (Q083p Bilzen),
poepe (Q083p Bilzen),
kort
poep (Q083p Bilzen)
|
Een pop. [ZND 40 (1942)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || pop [GTRP (1980-1995)] || Pop. [Willems (1885)]
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
poep (Q083p Bilzen)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poesjenellen:
poesjenêlle (Q083p Bilzen),
poppenkast:
poeppekas (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
poeppespiël (Q083p Bilzen),
(= mèt handpoeppe)
poeppekas (Q083p Bilzen)
|
de voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|