e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pook brandijzer: bīəneͅi̯ər (Bilzen), keuterijzer: kiətəreͅi̯zər (Bilzen) pook (gebogen ijzer om het vuur aan te porren, Fr. tisonnier) [ZND 05 (1924)] III-2-1
poort poort: pōǝ.t (Bilzen), pūǝ.t (Bilzen) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poorten deuren: diǝrǝ (Bilzen), ingangen: ęngɛŋ (Bilzen), uitgangen: ǫwt˲gɛŋ (Bilzen) De inrij- en uitkruigaten in de buitenmuur van de ringoven. Zie ook afb. 26. [N 98, 129; N 98, 151; monogr.] II-8
poorten dichtmetselen deuren toemaken: diǝrǝ tǫwmǭkǝ (Bilzen) De toegangspoorten met stenen en modder dichtmaken, zodra de betreffende kamers vol zijn en bij het bakproces worden betrokken. Het dichtmetselen en na het bakken weer openen van de poorten werd in Q 95 door de stoker gedaan. [N 98, 148; monogr.] II-8
poot poot: pǫu̯t (Bilzen  [(mv pou̯tǝ)]  ) Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-9
poot omhoog voet-op: vūt˱ ǫp (Bilzen) Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k] I-10
pootgoed, pootaardappelen plantaardappelen: plãnt[aardappelen] (Bilzen) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pop pop: em poop (Bilzen), poep (Bilzen), poepe (Bilzen), kort  poep (Bilzen) Een pop. [ZND 40 (1942)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || pop [GTRP (1980-1995)] || Pop. [Willems (1885)] III-3-2
pop, vrouwelijke zangvogel pop: poep (Bilzen) vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] III-4-1
poppenspel poesjenellen: poesjenêlle (Bilzen), poppenkast: poeppekas (Bilzen, ... ), poeppespiël (Bilzen), (= mèt handpoeppe)  poeppekas (Bilzen) de voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel] [N 112 (2006)] III-3-2