24490 |
populier (alg.) |
canadas:
-
kannedas (Q083p Bilzen)
|
populier (Populus) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
32167 |
porienvulsel |
bouche-pores:
bušpǭr (Q083p Bilzen
[(sinds ± 1945 toegepast)]
)
|
Een mengsel om oppervlakteporiën te vullen van hout dat blank gevernist moet worden. In Reuver (L 299) en Herten (L 330) werd het poriënvulsel gemaakt van slijpsel van de houtsoort die gevuld moest worden, vermengd met lijm. [N 53, 235c; monogr.]
II-12
|
30120 |
porringdraad |
metskoord:
mɛtskuǝt (Q083p Bilzen)
|
De draad waarmee de boog wordt afgetekend. Eén uiteinde van de draad wordt vastgehecht in het porringpunt, met het andere wordt de boog bepaald. Uit de woordtypen 'metselkoord' (L 292), 'metskoord' (Q 83), 'metsdraad' (L 360) en 'metseltouw' (L 432, Q 111) blijkt dat ook het 'metselkoord' als porringdraad werd gebruikt. In L 414 werd het aftekenen met behulp van een 'klokpasser' ('klǫkpasǝr') gedaan. [N 32, 17f]
II-9
|
30121 |
porringpunt |
straalpunt:
struǝlpønt (Q083p Bilzen)
|
Het middelpunt van de cirkel waarvan een te metselen boog een segment is. In het 'porringpunt' wordt de porringdraad vastgehecht. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Porringdraad'. [N 32, 17e; monogr.]
II-9
|
19849 |
porselein |
porselein:
porsǝlē̜jn (Q083p Bilzen),
pɛsǝlē̜n (Q083p Bilzen)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
21481 |
portemonnee, beurs |
beurs:
ən beørs (Q083p Bilzen),
portemonnee (<fr.):
ne lairen portemenij (Q083p Bilzen)
|
een beurs [ZND A1 (1940sq)] || Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
29990 |
portlandcement |
portlandcement:
pǫrtlant[cement] (Q083p Bilzen)
|
Cementsoort, bestaande uit ca. 60% kalk, 20% kiezelzuur, 5% ijzeroxyde en 15% leem. Het dankt zijn naam aan de overeenkomst in kleur met de grijze Portlandsteen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(cement)' het lemma 'Cement'. [N 30, 35b]
II-9
|
22807 |
portret, foto |
portret (<fr.):
pertret (Q083p Bilzen)
|
Portret. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
32172 |
post |
middelman:
medǝlman (Q083p Bilzen),
middelmannetje:
medǝlmɛntšǝ (Q083p Bilzen
[(kleine post die bijvoorbeeld tussen laden wordt aangebracht)]
),
post:
pǫs (Q083p Bilzen)
|
Stijl die tussen twee andere stijlen, de hoekstijlen, wordt aangebracht. Zie ook afb. 169. [N 56, 129d; monogr.]
II-12
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
faktejər (Q083p Bilzen)
|
postbode [RND]
III-3-1
|