31124 |
reparatie |
reparatie:
rępǝrǭsǝ (Q083p Bilzen)
|
Het repareren van schoenen. Met kan met reparatie ook bedoelen schoenen die gerepareerd moeten worden. [N 60, 231c]
II-10
|
25095 |
repareren |
lappen:
lapǝ (Q083p Bilzen),
maken:
mǭkǝ (Q083p Bilzen),
repareren:
ręparīrǝ (Q083p Bilzen)
|
Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c]
II-10
|
21112 |
rest in een glas |
ketsje:
e kêtske (Q083p Bilzen)
|
kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletske (Q083p Bilzen)
|
kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|
24302 |
restant vissen |
snoek:
snōēk (Q083p Bilzen),
zalm:
zalm (Q083p Bilzen)
|
snoek [Willems (1885)] || zalm [Willems (1885)]
III-4-2
|
24230 |
restant vogels |
eendenhen:
onzjehien (Q083p Bilzen)
|
vrouwelijke eend [ZND 01 (1922)]
III-4-1
|
24295 |
restant zoogdieren |
das:
das (Q083p Bilzen)
|
das [Willems (1885)]
III-4-2
|
32093 |
restaurateur |
repareur:
rępǝrø̜̄r (Q083p Bilzen)
|
Vakman die -vaak oude- meubels in hun oude staat herstelt. [N 56, 92]
II-12
|
17789 |
reuk |
reuk:
ri:jək (Q083p Bilzen)
|
een reuk [ZND A2 (1940sq)]
III-1-1
|
18085 |
reumatiek |
jicht:
jeg (Q083p Bilzen)
|
reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|