20792 |
rins |
rins:
rens (Q083p Bilzen)
|
Een rinse smaak (zuurzoet, gelijk sommige suikerbonbons). [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
21214 |
riool |
riool:
rijoul (Q083p Bilzen),
riōl (Q083p Bilzen)
|
Riool (onderaardse buis tot afvoer van vuil water, enz.). [ZND 06 (1924)]
III-3-1
|
28795 |
ripszijde |
geribde zij:
gǝrebdǝ zāj (Q083p Bilzen),
ripjeszijde:
repkǝszāj (Q083p Bilzen)
|
Zware zijde geweven in fijne ribbels. [N 62, 79b]
II-7
|
18214 |
ritssluiting |
rits:
rets (Q083p Bilzen),
rits (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
tirette:
tiręt (Q083p Bilzen),
tirette (fr.):
tirèt (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt U een ritssluiting? [N 62 (1973)] || Ritssluiting [DC 64 (1989)] || Treksluiting, sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en dergelijke, bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden (Van Dale, pag. 2417). [N 62, 63; MW]
II-7, III-1-3
|
24317 |
riviergrondel |
gief:
giëf (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt u de grondel: een zoetwatervisje dat voorkomt in stromend en stilstaand water. Het is langgerekt van vorm en heeft één paar voeldraden aan de bek. Op de rug en flanken is het donker gevlekt en gestippeld met een groene of blauwachtige weerschijn [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33478 |
rode aalbes |
rode wiemer:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
rooi weimer (Q083p Bilzen)
|
rode aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|
33231 |
rode biet |
biet:
bęi̯t (Q083p Bilzen),
rode biet:
rui̯ bęi̯t (Q083p Bilzen)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
20655 |
rode kool |
rode kool:
roi kijl (Q083p Bilzen),
roj kijl (Q083p Bilzen),
ro͂ije koul (Q083p Bilzen),
ro͂j kijl (Q083p Bilzen),
roͅi keͅil (Q083p Bilzen),
rood moes:
rauëd moes (Q083p Bilzen),
roud moes (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
rout moes (Q083p Bilzen),
roͅut mūs (Q083p Bilzen)
|
rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [Lk 05 (1953)], [N Q (1966)], [ZND 34 (1940)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
21183 |
roeien |
roeien:
rujə (Q083p Bilzen)
|
roeien [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|
21938 |
roekoeën |
roek (zn.):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de roĕk (Q083p Bilzen),
roeken:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’t roēke (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt men het geluid dat de duiven maken - de/het ....... bijv. de duiven zijn aan het ......... [N 93 (1983)]
III-3-2
|