e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rugriem rugriem: ręxrīm (Bilzen) Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69] I-10
rugsplit gewone slip: gǝwōn slep (Bilzen), slip rechtaf: slep rē̜xǭf (Bilzen), slip rechtdoor: slep rē̜xdø̜̄r (Bilzen) De split in het verlengde van de rugnaad van een colbert. [N 59, 90b] II-7
rugvoeringplooi plooi: plǫj (Bilzen), plooi in de rugnaad: plǫj ęn dǝ ręxnuǝt (Bilzen) Plooi in de voering in de middenrugnaad. [N 59, 119] II-7
ruien ruizelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  reizele (Bilzen) Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)] III-3-2
ruiken ruiken: reeken (Bilzen), reieke (Bilzen), reike (Bilzen), rēīken (Bilzen), re͂kə (Bilzen), rijken (Bilzen), Tans, J.G.H., Isoglossen rond Maastricht in de dialecten van Belgisch en Nederlandsch Zuid-Limburg. Maastricht, uitg. Van Aelst, 1938. 246 pp.  ɛi (Bilzen) rieken [ZND 25 (1937)], [ZND m] || Rieken: door middel van reukzin gewaarworden (rieken, ruiken) [N 108 (2001)] || ruiken III-1-1
ruilen (als spel) mangelen: mangele (Bilzen, ... ), willen we eens mangelen (Bilzen), Vgl. Van Dale: III. mangelen, (veroud. en gew.) ruilen, verwisselen.  maŋələ (Bilzen), verstruisen: (=met verlies)  verstroêse (Bilzen), vertruffelen: WNT sub truffelen: [...] sjacheren, bij het ruilen of spelen bedrieglijk te werk gaan. Afl. vertruffelen.  vertroeffele (Bilzen) het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden] [N 112 (2006)] || Mangelen. [ZND A1 (1940sq)] || Willen we eens ruilen? [ZND 42 (1943)] III-3-2
ruin ruin: rai̯n (Bilzen) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruiten in het kaartspel koeken: koeken (Bilzen), koeken oaës (Bilzen), kuken ōəs (Bilzen), ruiten: routen oaës (Bilzen) Ruiten: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Ruiten: Ruiten boer (in het kaartspel). [ZND 42 (1943)] III-3-2
ruitijd ruizelseizoen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’t reizel sezoēn (Bilzen), ruizeltijd: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de reizelteid (Bilzen), seizoen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’t sezoēn (Bilzen) Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)] III-3-2
ruk rof: roĕf (Bilzen) Ruk: snelle, korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snok, roets) [N 108 (2001)] III-1-2