e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruw uitsnijden bruut uitsnijden: brøt awtsnājǝ (Bilzen) Op het oog een zool uitsnijden. [N 60, 94] II-10
ruw, hard ruw: rauw man (Bilzen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
ruwe stenen gedroogde brikken: gǝdręjx˱dǝ brekǝ (Bilzen), rauwe brikken: rōǝ brekǝ (Bilzen), rauwe stenen: rōǝ stēn (Bilzen) In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.] II-8
ruzie maken ruzing maken: zə zin wir ənt risin mokə (Bilzen) Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
sacramentsprocessie processie (<lat.): processe (Bilzen) Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
salueren salueren (<fr.): de soldḁten moetten salueeren (Bilzen) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] III-3-1
samenklonteren klonteren: kle.ntǝrǝ (Bilzen) Samenpakken, samenklonteren van meel. [JG 1a] II-3
samenspannen beteenhouden: onduidelijk  daai hage bedeen (Bilzen), meteenhouden: dāi tweͅi hāgə meͅdēn (Bilzen) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] III-3-1
samentrekken van de vleugels toegooien: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de vliëgel tau gòjje (Bilzen), zich tau gòjje (wooj ’ne peil) (Bilzen) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het samentrekken van de vleugels bij het vallen? [N 93 (1983)] III-3-2
satijn satijn: sǝrtājn (Bilzen), sǝtęjn (Bilzen) Glanszijde, atlas, een oorspronkelijk alleen zijden, later ook halfzijden (katoen en zijde) gekeperde stof, zeer glad geweven, namelijk zo dat de bindingsknopen zoveel mogelijk over de oppervlakte verspreid liggen (Van Dale, pag. 2488). [N 62, 80a; N 62, 80b; N 62, 98; N 59, 201; MW; Wi 53; monogr.] II-7