e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnennaaigroef groef: grūf (Bilzen) De sleuf die men maakt rondom de rand van de binnenzool om onder het binnenvlak, dat met de voetzool in aanraking komt en dus effen en glad moet blijven, door te naaien. Om de loopzool zo aan de schoen te naaien, dat er van de naad op het loopvlak niets te zien is, verzinkt men deze. Men snijdt daartoe een groef in het loopvlak, waarin de steken gelegd worden. [N 60, 106a] II-10
binnennaaigroef [wld ii.10, p. 41] groef: grōēf (Bilzen) De sleuf die men maakt rondom de rand van de binnenzool om onder het binnenvlak, dat met de voetzool in aanraking kwam en dus effen en glad moest blijven, door te naaien (groef?) Zie tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
binnennaaisteek doornaaisteek: dø̜rnę̄stīk (Bilzen), lange steek: laŋǝ stīk (Bilzen) De steek zoals men die toepast bij het binnennaaien. Zie afb. 42. [N 60, 112a] II-10
binnenneus stijve tip: stājvǝn tep (Bilzen) Het stijve stuk leer, in de vorm van een schoenneus, dat ter versterking in de neus aangebracht wordt. Zie afb. 37. [N 60, 81a; N 60, 81b] II-10
binnenneus [wld ii.10, p. 39] stijve tip: Werd vroeger apart opgepind.  staajven tip (Bilzen) Een stijf stuk leer in de vorm van een schoenneus, aangebracht in de neus van een schoen ter versterking? (binnenneus?) [N 60 (1973)] III-1-3
binnenspeler inter (<fr.): inter (Bilzen) Hoe noemt U in uw dialect de speler van een voetbalteam, die links of rechts van de midvoor acteert in een aanvalslijn bestaande uit vijf spelers? III-3-2
binnenstebuiten achterstevoor: Achterstevoren.  aasteviër (Bilzen), Verouderd.  aesteviër (Bilzen), binnenstebuiten: benneste boote (Bilzen), bènneste baute (Bilzen), links: lènks (Bilzen), terwars: Verkeerd.  terwiës (Bilzen) Binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws, (van) links] [N 114 (2002)] III-1-3
binnenvoering bougran: bugrão (Bilzen), bugrǭ (Bilzen), lijwaad: lęjvǝt (Bilzen), stijfdoek: stęjfduk (Bilzen), tussenvoering: tęsǝvūreŋ (Bilzen), vlieseline: vlezǝlen (Bilzen) Voeringstof die steun en vormvastheid geeft aan bepaalde plaatsen en onderdelen van een kledingstuk. Er zijn verschillende soorten binnenvoering. Zo is stoom een gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon (Meima I, pag. 209). Dit dient voor tussenvoering in vesten en de onderkant van mouwen. [N 59, 36; N 59, 39; N 59, 133] II-7
binnenvoering innaaien aannaaien: ǭnnē̜ǝ (Bilzen), binnenvoering inlappen: bęnǝvūreŋ ęnlapǝ (Bilzen), het voer aannaaien: ǝt vūr ęnnē̜ǝ (Bilzen), voering innaaien: vujǝreŋ ęnnē̜ǝ (Bilzen) Het innaaien van de binnenvoering. [N 59, 118] II-7
binnenwerkse maat binnenmaat: benǝmuǝt (Bilzen) De maat die aan de binnenzijde gemeten wordt, dat wil zeggen van de ene binnenste rand van het werkstuk tot de andere. Zie ook het lemma ɛdagmaatɛ in Wld II.9, pag. 111. Het betreft daar de binnenwerkse maat van kozijnen.' [N 53, 200b] II-12