18247 |
te klein zijn |
<uitdr.> het is mis werk:
t ès mis wêrk (Q083p Bilzen),
te eng zijn:
NB: te kleen, i.e. te klein geworden.
te èng (Q083p Bilzen),
trekken:
t trèk (Q083p Bilzen)
|
Hoe zegt U: het kledingstuk is te eng (trekt?) [N 62 (1973)], [N 62 (1973)] || Hoe zegt U: het kledingstuk zit te ruim? [N 62 (1973)]
III-1-3
|
22006 |
te laat komen om nog prijzen te winnen |
gemist hebben:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
gemis hébbe (Q083p Bilzen),
mis lopen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
mis loope (Q083p Bilzen),
mis vliegen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
mis vliēge (Q083p Bilzen),
missen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
misse (Q083p Bilzen),
te laat komen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
te laot koëme (Q083p Bilzen),
te laat zijn:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
te laot ziēn (Q083p Bilzen)
|
het te laat komen van de duiven om nog prijzen te winnen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25561 |
te lang gerezen deeg |
te hoog op:
tǝ hǭwǝx ǫp (Q083p Bilzen)
|
Bij veel antwoorden wordt het zelfstandig naamwoord "deeg" o.i.d. niet gegeven. [N 29, 26b; monogr.]
II-1
|
34633 |
te licht in de rug |
in de onderhelp hangen:
(de kar) heŋk˱ ęn d ǫndǝrhęlǝp (Q083p Bilzen),
te licht in de rug:
tǝ lex˱ ęn dǝ ręx (Q083p Bilzen)
|
Als men teveel achteraan in de kar laadt, kan het paard de kar moeilijker trekken, omdat door het gewicht van de lading de bruikriem omhoogdrukt. Hierdoor kan de kar de neiging hebben om te wippen (zie ook voor het lemma de kar wipt. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
30078 |
te lood |
lood:
lǫwt (Q083p Bilzen)
|
Gezegd van een muur of hoek wanneer deze tijdens de controle met het schietlood een loodrechte stand vertoont. [N 31, 10d; monogr.]
II-9
|
25566 |
te nat |
nat:
nǭt (Q083p Bilzen)
|
Het lemma valt uiteen in verschillende grammaticale categorieën. De eerste categorie benamingen is bijvoeglijk van aard. De tweede groep bestaat uit opgaven die een zelfstandigheid aanduiden en de derde groep bestaat uit werkwoorden. [N 29, 67; monogr.]
II-1
|
25442 |
te snel verwerkt |
te kwag:
tǝ kwax (Q083p Bilzen)
|
Het slachtvee moet, nadat het is gedood en uitgeslacht, een poos besterven. Pas als het vlees door en door koud is geworden kan het verwerkt worden. Doet men dit eerder, dan is de smaak van het vlees minder en bederft het veel sneller. Bovendien laat niet afgekoeld vlees zich veel moeilijker snijden dan koud vlees, dat immers steviger is. [N 28, 96; monogr.]
II-1
|
29099 |
te strakke mouw |
te enge mouw:
tǝ ęŋǝ mǫw (Q083p Bilzen)
|
Mouw die te strak zit. [N 59, 130b]
II-7
|
21961 |
te veel voederen |
te sterk voederen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
te stêrk voēre (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: te veel voederen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
31897 |
te ver doorschuren |
derdoor schuren:
tǝrdø̜r šūrǝ (Q083p Bilzen)
|
Te veel hout wegschuren zodat er ofwel een gat in het fineerhout ontstaat, ofwel witte vlekken gevormd worden in massief hout. [N 53, 155b]
II-12
|