22039 |
tweede ei |
tweede ei:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’t tweide ee (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet verder: het tweede ei? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33263 |
tweede klaversnede |
tweede snede:
twęi̯dǝ snī (Q083p Bilzen)
|
Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
de tweede keer luiden:
looit den tweede ker (Q083p Bilzen),
opluiden:
het lait op (Q083p Bilzen),
opgelooid (Q083p Bilzen)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
29028 |
tweede pas |
tweede mik:
twęjdǝ mek (Q083p Bilzen),
tweede pas:
twęjdǝ pas (Q083p Bilzen)
|
[N 59, 76b]
II-7
|
20427 |
tweeling |
kweeling:
kwieliŋ (Q083p Bilzen),
kwiəliŋ (Q083p Bilzen),
kwîeling (Q083p Bilzen)
|
tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
30096 |
tweesteense muur |
een twee brikken:
nǝn twęj brekǝ (Q083p Bilzen)
|
Muur waarvan de dikte gelijk is aan de lengte van twee metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord en woorddeel '(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 37d; monogr.]
II-9
|
30327 |
tweevleugelraam |
dobbelvenster:
dǫbǝlvenstǝr (Q083p Bilzen)
|
Raam met twee draaiende delen die naast elkaar in de raamopening passen. De twee vleugels zijn daarbij gelijk van afmeting. [N 55, 56]
II-9
|
33998 |
twijg |
karwats:
kǝrwatš (Q083p Bilzen),
wis:
wis (Q083p Bilzen)
|
Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
29136 |
twijnen |
pekdraad maken:
pę̄kdruǝt mǭkǝ (Q083p Bilzen)
|
Het in elkaar draaien van hennepvezels tot een draad. [N 60, 197a]
II-10
|
33597 |
ui, ajuin |
en:
ien (Q083p Bilzen),
indje:
e.nžən (Q083p Bilzen),
e.nžəs (Q083p Bilzen),
unnetje:
undjeke (Q083p Bilzen)
|
ajuin [ZND 01 (1922)] || ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)], [Goossens 2b (1963)]
I-7
|