e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
van zijn plaats rollen uitdraaien: (autgedrêd) (Bilzen) van zijn plaats rollen, gezegd van een tol die uitgedraaid is [binnen, birzen, bizzen, brienen] [N 112 (2006)] III-3-2
vandiktebank vandikteschaaf: vandektǝšǭf (Bilzen), verdikschaaf: vǝrdekšǭf (Bilzen), verdikteschaaf: vǝrdek˱dǝšǭf (Bilzen) Schaafmachine waarmee hout aan twee kanten tegelijk van dikte geschaafd kan worden. Zie ook het volgende lemma en afb. 54. [N 53, 85c; monogr.] II-12
vangen vangen: vange (Bilzen, ... ), vangen (Bilzen), vaŋə (Bilzen) vangen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
vanger bij krijgertje spelen vanger: de vanger (Bilzen), vanger (Bilzen) de persoon die vangt bij het krijgertje spelen [pakker, seseur] [N 112 (2006)] III-3-2
vangijzertje, vangklep aan duiventil clapet (fr.): Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de klampètte (Bilzen) Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)] III-3-2
vanzelfsprekend natuurlijk: das natuurlek (Bilzen) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
varen varen: op zei vôrə (Bilzen, ... ), vōͅrən (Bilzen, ... ) op zee varen [ZND A1 (1940sq)] || varen [ZND 08 (1925)] III-3-1
varken varken: vęrkǝ (Bilzen), vɛ.rkǝ (Bilzen), vɛrkǝn (Bilzen) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken van acht tot twaalf weken schoot: šuǝt (Bilzen), šō.ǝt (Bilzen) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens mesten masten: mastǝ (Bilzen) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12