32012 |
verstekblokje |
verstekblokje:
vǝrstē̜k˱blękskǝ (Q083p Bilzen)
|
Werktuig, bestaande uit twee trapeziumvormige plankjes, die met behulp van een bout en vleugelmoer op een plank of lat vastgeklemd kunnen worden. Het verstekblokje wordt gebruikt met samen met een beitel om verstekken te steken. Zie ook afb. 119. Er bestaan verschillende uitvoeringen van het verstekblokje. Soms is het ook samengesteld uit drie plankjes die aan één zijde in verstek zijn afgezaagd. Volgens de respondent uit Leopoldsburg (K 317) was het verstekhoekje van metaal en diende het om verstekken af te schrijven. [N 53, 214c]
II-12
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrstē̜k(h)uǝk (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e]
II-11, II-12
|
32060 |
verstekken |
in het verstek maken:
ęn (h)ǝt ˲vǝrstē̜k mǭkǝ (Q083p Bilzen),
in het verstek zagen:
ęn (h)ǝt ˲vǝrstē̜k ˲zē̜gǝ (Q083p Bilzen)
|
Het werkstuk in verstek brengen. [N 53, 203b]
II-12
|
32011 |
verstekschaafblok |
verstekschroef:
vǝrstē̜kšrūf (Q083p Bilzen)
|
Werktuig in de vorm van een langwerpig blok waarop twee driehoekige blokjes zijn bevestigd, waartussen het te bewerken stuk hout vastgeklemd kan worden. In de verstekschaafblok vastgezette werkstukken kunnen langs de schuine zijde van het blok in verstek geschaafd worden. Zie ook afb. 118. [N 53, 214b; monogr.]
II-12
|
31757 |
verstekzaagmachine |
verstekzeeg:
vǝrstē̜k˲zē̜x (Q083p Bilzen)
|
Zaag die gemonteerd is in een ijzeren constructie met geleiders en in verschillende hoekstanden geplaatst kan worden. De verstekzaagmachine wordt gebruikt om verstekken te zagen. Zie ook afb. 16. [N 53, 12; monogr.]
II-12
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelse sleutel:
ęŋǝlsǝ sliǝtǝl (Q083p Bilzen),
ęŋǝlsǝ sniǝtǝl (Q083p Bilzen),
sleutel met schroef:
sniǝtǝl męt šrūf (Q083p Bilzen)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
29112 |
verstellen |
verzaten:
vǝrzoǝtǝ (Q083p Bilzen)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
piepeleverbergen spelen:
piepelenverbergen spiele (Q083p Bilzen),
piepeltje verbergen:
piepelke verberge (Q083p Bilzen),
piepelke verbêrge (Q083p Bilzen),
/
piepelke verbêrge (Q083p Bilzen),
verstekertje spelen:
verstaekerke (Q083p Bilzen),
/
verstaekerke (Q083p Bilzen),
verstèkerke (Q083p Bilzen),
wie niet weg is, is gezien spelen:
/
wie niet weg is is gezien (Q083p Bilzen)
|
/ [SND (2006)] || het doel bij het verstoppertje spelen [buut] [N 112 (2006)] || het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek] [N 112 (2006)] || Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND 06 (1924)] || verstoppertje [SND (2006)] || verstoppertje spelen [SND (2006)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstouk (Q083p Bilzen)
|
ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
34290 |
vertuieren |
tuieren:
tęi̯rǝ (Q083p Bilzen)
|
Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.]
I-11
|