20304 |
verwend kindje |
bedorven kindje:
bedorve kindsje (Q083p Bilzen)
|
bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
29642 |
verzakt spoor ophogen |
omhoogrippen:
ǫm(h)ǫwxrepǝ (Q083p Bilzen)
|
[N 98, 57; monogr.]
II-8
|
30460 |
verzinken |
nagelen doorhouwen:
nē̜gǝl dø̜r(h)ōǝ (Q083p Bilzen)
|
Een spijkerkop met behulp van een drevel tot beneden het oppervlak van het hout indrijven. [N 54, 139a]
II-9
|
31128 |
verzolen |
verzolen:
vǝrzuǝlǝ (Q083p Bilzen)
|
Het van nieuwe zolen voorzien van de schoenen. [N 60, 232b]
II-10
|
30014 |
verzopen mortel |
te kwak:
tǝ kwax (Q083p Bilzen)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
gilee (Q083p Bilzen),
kamizool (<fr.):
camisolle (Q083p Bilzen),
kamezol (Q083p Bilzen),
kàmmezól (Q083p Bilzen),
kamizooltje (<fr.):
kàmməzólləkə (Q083p Bilzen)
|
het vest [N 59 (1973)] || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND 08 (1925)]
III-1-3
|
28727 |
vestenmaker |
kamizolenmaker:
kamǝzolǝmē̜kǝr (Q083p Bilzen),
kamǝzolǝmǭkǝr (Q083p Bilzen)
|
Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a]
II-7
|
18533 |
vestzakje |
kamizolenmaal (<fr.):
kàmməzólləmaol (Q083p Bilzen),
maaltje:
méélkə (Q083p Bilzen),
maaltje in het kamizooltje (<fr.):
méélke én ət kàmməzólləkə (Q083p Bilzen)
|
het zakje in het vest [N 59 (1973)]
III-1-3
|
26469 |
vet, spek |
spek:
spɛk (Q083p Bilzen),
veer van een varken:
vęr [van een] vɛrkǝ (Q083p Bilzen),
verevet:
vę̄rǝvɛt (Q083p Bilzen),
vet:
vęt (Q083p Bilzen)
|
Het vet dat samen met hennep of stukken zak in de vetgaten van de bus wordt gestoken om de hals van het staakijzer of de kleine spil te smeren. [Vds 127; Jan 138; Coe 110; Grof 129]
II-3
|
30928 |
veter |
staartel:
statǝl (Q083p Bilzen)
|
Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi]
II-10
|