e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voeren voederen: voēre (Bilzen), voer inlappen: vūr enlapǝ (Bilzen), voeren: vūrǝ (Bilzen) de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)] || Het aanbrengen van voering. [N 62, 18b; Gi 1.IV, 28; MW] II-7, III-4-1
voergoed, voermeel voeder: vujǝr (Bilzen) Maalgoed dat bestemd is voor dierenvoeder. Het is gewoonlijk vervaardigd uit koren en haver, of zemelen. [JG 1a; JG 2c; Jan 267; Coe 250; Grof 280; N O, 37g] II-3
voering tijk: tęjk (Bilzen), voering: vujǝreŋ (Bilzen) De bekleding van leer of van stoffen die binnen in de schoen wordt aangebracht. [N 60, 16] II-10
voering, voeringstof voer: vūr (Bilzen), voering: vūreŋ (Bilzen) Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.] II-7
voeringleersoorten bazaan: bazān (Bilzen) Leersoorten die voor de voering van schoenen worden gebruikt. [N 60, 4a; N 60, 4b] II-10
voerman voerder: vūrdǝr (Bilzen), voerman: vurma.n (Bilzen), vūrman (Bilzen) Arbeider die het paard ment dat de volgeladen kleikarren of kipkarren naar de voorraadplaats trekt. [N 98, 51; monogr.] || Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10, II-8
voertuig licht geveer: lex ˲gǝvē̜r (Bilzen) Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.] I-13
voet voet: vut (Bilzen), vūt (Bilzen) een voet, (voeten) [ZND A2 (1940sq)] || voet [ZND 08 (1925)] III-1-1
voetballen sjotten: sjotte (Bilzen) met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)] III-3-2
voetbalspel voetbal: voetbal (Bilzen) Lievelingsspel 4. [SND (2006)] III-3-2