18005 |
zweten |
zweten:
gezwĕt (Q083p Bilzen)
|
wij hebben daar gezweet [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
22032 |
zweven |
zweven:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
zweeve (Q083p Bilzen)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: zweven, planeren? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20689 |
zwezerik |
kalfszoeten:
kaaszoete (Q083p Bilzen),
soepieten:
sepiete (Q083p Bilzen),
zoetsels:
zūtsels (Q083p Bilzen)
|
kalfzwezerikken [ZND 08 (1925)] || zwezerik [N 16 (1962)] || zwezerik (sepieten) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
30066 |
zwiepingen |
plankjes:
plɛŋkskǝs (Q083p Bilzen)
|
De houten latten waarmee het profiel loodrecht wordt vastgezet. Zie ook afb. 28. [N 31, 7b; monogr.]
II-9
|
21410 |
zwijgen |
zwijgen:
ich zal mer zweigen (Q083p Bilzen)
|
Ik zal maar zwijgen. [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
31092 |
zwikblok, werkblok |
zwikblok:
zwekblø̜k (Q083p Bilzen)
|
Een verstelbaar ijzeren apparaat op een paal waarop de schoen bewerkt wordt. Daartoe is in de leest een opening, waarin het uiteinde van de ene arm van het blok past; de punt van de schoen rust op de andere arm, terwijl dan met een schroef de beide armen worden vastgezet, waardoor de schoen tevens vaststaat. Het werk aan het blok was het begin van de industriële schoenmakerij (Liedmeier, pag. 30). [N 60, 158a]
II-10
|
31100 |
zwikker |
oppinner:
openǝr (Q083p Bilzen)
|
De man die de schacht over de leest haalt en met een zwiktang het leer overal aanhaalt en met tacks vastslaat. [N 60, 160]
II-10
|
19301 |
zwoegen |
sloven:
sloͅven (Q083p Bilzen)
|
Ik heb moeten zwoegen. [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
21113 |
zwoord |
braai:
broͅi (Q083p Bilzen),
zwaard:
zwaod (Q083p Bilzen),
zwaos (Q083p Bilzen),
zwōͅd (Q083p Bilzen),
zwōͅt (Q083p Bilzen)
|
de zwoord, van het spek [N 16 (1962)] || zwoerd [Goossens 1b (1960)] || zwoerd (harde rand van een snede spek) [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
21456 |
één frank |
frank:
dən ingangsprɛis əs enə fraŋ (Q083p Bilzen),
imkomprijs is vijf fran (Q083p Bilzen),
⁄ne fran vér in te gan (Q083p Bilzen)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|