30384 |
de trap afschrijven |
de trap uittekenen:
dǝn trap˱ ǫwttēkǝnǝ (Q083p Bilzen)
|
Bij een rechte steektrap met behulp van een zwaaihaak of afschrijfmal de treden op de bomen afschrijven. Zie ook de lemmata 'Rechte streektrap' en 'Afschrijfmal'. [N 55, 93; N 55, 94a-b]
II-9
|
30402 |
de trede inpassen |
treden passen:
trē̜ǝ pasǝ (Q083p Bilzen)
|
De trede in het nest inpassen. [N 55, 115]
II-9
|
22136 |
de vastgestelde tijden aflezen |
aflezen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
aoflaeze (Q083p Bilzen)
|
het aflezen van de vastgestelde tijden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22099 |
de voor het spel uitgekozen duif in een mand stoppen |
in de korf zetten:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
èn de kérf zètte (Q083p Bilzen)
|
de voor het spel uitgekozen duif op het hok in een mand stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
bleeke (Q083p Bilzen),
bleeken (Q083p Bilzen)
|
de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
19440 |
de was mangelen |
mangelen:
maŋələ (Q083p Bilzen)
|
mangelen [ZND A1 (1940sq)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijfselen:
stai̯sələ (Q083p Bilzen)
|
een hemd stijven [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
31768 |
de zaag ontspannen |
aflaten:
ǭflǫtǝ (Q083p Bilzen),
ontspannen:
ǫntspanǝ (Q083p Bilzen)
|
Het zaagblad van de spanzaag op lagere spanning brengen door het spantouw met behulp van het spanlatje losser te draaien. [N 53, 32b]
II-12
|
31767 |
de zaag spannen |
spannen:
spanǝ (Q083p Bilzen)
|
Het zaagblad van de spanzaag op grotere spanning brengen door het spantouw met behulp van het spanlatje aan te draaien. [N 53, 32a; N I, 1b add.; monogr.]
II-12
|
31778 |
de zaagtanden strijken |
gelijkvijlen:
gǝlęjk˲vājlǝ (Q083p Bilzen)
|
De door het gebruik ongelijk afgesleten zaagtanden aan de punten plat afvijlen om ze weer even lang te maken. Zie ook het lemma ɛstrijkvijlɛ.' [N 50, 37c; N 53, 24d; monogr.]
II-12
|