30312 |
draairaam |
draaivenster:
drē̜venstǝr (Q083p Bilzen)
|
Openslaand raam waarvan de scharnieren op de zijkant van het draaiend deel geplaatst worden zodat het om een verticale as draait. [N 55, 40a]
II-9
|
30356 |
draaiwervel |
werveltje:
wø̜lvǝrkǝ (Q083p Bilzen)
|
Handvat met houten pen, die door een gat in de stijl van de deur gestoken wordt. Aan de binnenzijde van de deur is op de pen een houten wervel bevestigd. Dit soort sluiting wordt doorgaans alleen bij kast- of bedsteedeuren aangetroffen. [N 54, 99; monogr.]
II-9
|
31771 |
draaizaag, keerzaag |
toerzeegje:
tūrzē̜xskǝ (Q083p Bilzen)
|
Spanzaag die wordt gebruikt om langs kromme en gebogen lijnen te zagen. Het zaagblad is draaibaar in het raam bevestigd en aan één uiteinde voorzien van een handgreep. Het zaagblad is ongeveer 60 tot 70 cm lang en 5 tot 10 mm breed. Zie ook afb. 20. [N 53, 7; N 53, 8i-j; monogr.]
II-12
|
24311 |
dracht, drachtig zijn |
dracht:
vnl van mensen gezegd; van dieren: ze ?s vol; ze h?t joeng op
draog (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt u de dracht van honden, katten, konijnen etc. (kipsel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33873 |
drachtige merrie |
vol:
vǫ.l (Q083p Bilzen),
volle meer:
vǫl mē̜r (Q083p Bilzen)
|
De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a]
I-9
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
vamen:
vēͅ.m (Q083p Bilzen),
vèèm (Q083p Bilzen)
|
[Goossens 1b (1960)] [N Q (1966)]
I-7
|
17806 |
dragen |
dragen:
drāōgen (Q083p Bilzen),
droagə (Q083p Bilzen),
droge (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
drôgə (Q083p Bilzen)
|
dragen [ZND 25 (1937)], [ZND A1 (1940sq)], [ZND m]
III-1-2
|
20500 |
drank |
drank:
drank (Q083p Bilzen),
drinken:
’t drènke (Q083p Bilzen)
|
dat wat gedronken wordt (drinken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33848 |
draven |
draven:
drǭvǝ (Q083p Bilzen)
|
In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d]
I-9
|
21153 |
dreef |
dreef:
drief (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
drieëf (Q083p Bilzen)
|
dreef [ZND 01 (1922)] || een lange dreef [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|