e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gelijkvijlen, gelijkraspen gelijkvijlen: jǝlīx˲vilǝ (Bleijerheide) Met een houtvijl of houtrasp een werkstuk mooi gelijkmaken, bijvoorbeeld nadat onderdelen daarvan zijn samengevoegd. [N 53, 158c] II-12
gelijmd onderwerk gelijmd onderwerk: jǝlīmt oŋǝrwɛrk (Bleijerheide) Het onderwerk dat met Wener lijm of met een andere, synthetische lijm gemaakt wordt. [N 60, 164b] II-10
geluid maken knappen: knappen (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Zolder]), kraken: (de berg) krāt (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), malen: mālǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Wilhelmina]), rijzelen: rīzǝlǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Gezegd van schuivend dakgesteente. [N 95, 889] II-5
geluk geluk: jeluk’ (Bleijerheide) geluk III-1-4
gelukken gelukken: jeluk’ke (Bleijerheide) gelukken III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksbroer: jeluks’broor (Bleijerheide), gelukspiezel: jelukspiezzel (Bleijerheide) bofkont III-1-4
gemakkelijk bequem (du.): bekwieëm (Bleijerheide), gemakkelijk: gəmeklig (Bleijerheide), op zijn gemak: op zie gəmaach (Bleijerheide) gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemene vrouw loeder: loe’der (Bleijerheide), tang: verklw. tsenke  tsang (Bleijerheide) loeder || venijnige vrouw III-1-4
gepind werk gepind werk: gǝpent wɛrk (Bleijerheide) Schoenwerk dat met houten pennen is vervaardigd. [N 60, 148b] II-10
geraamte geraams: jeräms (Bleijerheide) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1