e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesmede spijker smeednagel: šmęjnāl (Bleijerheide) Een spijker die door de smid gesmeed is. Zie ook de paragraaf over de nagelsmid in wld II.11, pag. 139 - 140. [N 54, 12a; N 64, 104b; monogr.] II-12
gesneden haan kapuin: kapūn (Bleijerheide) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk schaap ram: ram (Bleijerheide) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Bleijerheide) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp schoenssnal: šoŋsšnal (Bleijerheide), snal: šnal (Bleijerheide), snal (<du.): sjnal (Bleijerheide, ... ), sjongs-sjnalle (Bleijerheide) de gesp aan de broek [N 59 (1973)] || De gesp op bepaalde damesschoenen en sportieve modellen. [N 60, 33] || De gesp op bepaalde damesschoenen en sportieve modellen? [N 60 (1973)] || Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || Hoe noemt U een gesp? [N 62 (1973)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] II-10, II-7, III-1-3
gespenbottine snallenpantoffel (<du.): sjnalle pantoeffele (Bleijerheide) Kent u het woord gespenbottine? Wat betekent het, hoe ziet deze bottine er uit, en hoe spreekt u het woord uit? [N 60 (1973)] III-1-3
gesteven voorstuk van een overhemd borstje: brősje (Bleijerheide) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek gestreepte boks: jestriefde boks (Bleijerheide), strepen boks: Van Dale: II. strepen (bn.), &lt;gew.&gt; van gestreepte stof: een strepen rok.  sjtrīēpe boks (Bleijerheide) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] || de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)] III-1-3
getailleerd colbert rok op taille (fr.): rok op tallieje (Bleijerheide) een getailleerd colbert [N 59 (1973)] III-1-3
getailleerde jas jacquetmantel (<fr.): jaket-mantel (Bleijerheide) geklede jas met taillenaad [N 59 (1973)] III-1-3