e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hefboomplaatschaar slagscheer voor bandijzer: šlāxšīǝr vȳr bant˱īzǝr (Bleijerheide) Lichte knipmachine voor plaatmateriaal dikker dan 2 mm. De hefboomplaatschaar bestaat uit een tussen twee platen gemonteerd mes dat door middel van een hefboom naar beneden kan worden gedrukt. Zie ook afb. 142a. Er is ook een uitvoering van dit werktuig waarbij het mes met behulp van een tandheugelconstructie op en neer kan worden bewogen. Vgl. afb. 142b. [N 64, 4] II-11
heg, haag heg: hɛk (Bleijerheide) heg, haag III-2-1
heibezem heibezem: heibessem (Bleijerheide) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heien heien: hɛjǝ (Bleijerheide) Palen met behulp van een heitoestel in de grond slaan. [N 31, 5a; monogr.] II-9
heimwee heimwee: heem’wieë (Bleijerheide) heimwee III-1-4
heipalen heipalen: hɛjpø̜̄l (Bleijerheide) De houten of betonnen palen die bij een paalfundering gebruikt worden. In L 321 waren de heipalen vervaardigd van de houtsoort 'pitchpine' ('petšpīnǝ') of 'grenen' ('grē̜nǝ'). [N 31, 4b; N 31, 4a; N 31, 5a] II-9
hek aan de ingang van een wei vouwer: vau̯wǝr (Bleijerheide) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hek, hekwerk staketsel: štaŋkɛtsəl (Bleijerheide) staketsel III-2-1
hek, poortje garnei: RhWb kol. 1032  jarnai̯ (Bleijerheide, ... ) klein tuinpoortje || laag tuinpoortje III-2-1
hele gleufzwaluwstaart zwalberstaartverbindung: šwalbǝrštats˲vǝrbinduŋ (Bleijerheide) Haakse houtverbinding, waarbij het uiteinde van de ene plank zwaluwstaartvormig is bewerkt en past in een zwaluwstaartvormig bewerkte groef in de andere plank. De hele gleufzwaluwstaart wordt vooral als breedteverbinding toegepast bij planken en plaatmateriaal. Zie ook afb. 133. [N 54, 55b; N 54, 55g] II-12