e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hooiwagen hooiwagen: spin, soort  häu’waan (Bleijerheide) hooiwagen III-4-2
hoorn van de schaaf handknop: haŋkknǫp (Bleijerheide) Het overeind staande steel- of knopvormige uitsteeksel aan het vooreinde van sommige houtschaven waarop de linkerhand gelegd wordt tijdens het schaven. De hoorn dient om de schaaf preciezer te richten en om er beter op te kunnen drukken. Zie ook afb. 33. [N 53, 55b; monogr.] II-12
hoornaar oreis: horees’ (Bleijerheide) horzel, hoornaarwesp III-4-2
hopen hopen: hoffe (Bleijerheide) hopen III-1-4
horens verwijderen horens afhouwen: hø̜rǝ āfhǫwǝ (Bleijerheide) Als de kop tot aan de horens afgehuid is, worden ze met een (hak)mes of een zaag bij de inplant verwijderd. In vele gevallen worden de horens met een bijl erafgeslagen. De woordtypen "blijven" en "ze aan het vel laten" duiden erop dat de horens a.h.w. aan de huid blijven vastzitten. [N 28, 42; monogr.] II-1
horizontaal zolig: zø̄ǝlix (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Horizontaal, gezegd van bijvoorbeeld een verdieping. [N 95, 707; N 95, 708; monogr.; N 95, 196 add.] II-5
houtdraadbout sleutelschroef: šløsǝlšruf (Bleijerheide) Zware houtschroef met vierkante kop die met een steeksleutel wordt vastgedraaid. Zie voor de woordtypen tire-fond, telefoonbout en telefoonschroef ook het lemma ɛkraagschroefɛ in wld II.5, pag. 203.' [N 54, 27; monogr.] II-12
houten deur met vergaring opgeklampte deur: opjǝklamptǝ dȳr (Bleijerheide) Houten deur waarbij de planken op een vergaring met pen-en-gatverbinding worden gespijkerd. Zie ook de lemmata 'Vergaring' en 'Spiegel'. [N 55, 23a] II-9
houten hamer houteren hamer: hōtsǝrǝ hamǝr (Bleijerheide), houthamer: hōtshamǝr (Bleijerheide) Hamer die geheel uit hardhout is vervaardigd. Zie ook afb. 89. De houten hamer wordt onder meer gebruikt bij bepaalde soorten beitels en om houtverbindingen aan te slaan. [N 53, 127; L 1a-m; monogr.] || In het algemeen een houten hamer die wordt gebruikt bij het plooien of platslaan van plaatmateriaal. De kop van de hamer kan vlak zijn, maar er bestaan ook houten hamers met een bolvormige kop. Zie ook afb. 163. De bombeerhamer (Q 88) is volgens Van Houcke (pag. 306) een hamer met één of twee bolronde koppen. Vgl. ook het lemma "bolhamer". [N 33, 62; N 33, 83; N 64, 41a; N 66, 8a] II-11, II-12
houten hamer waarmee men het slachtvee verdooft houten hamer: høltsǝ hamǝr (Bleijerheide), houteren hamer: hōtsǝrǝ hamǝr (Bleijerheide) Uit verschillende toelichtingen bij de opgaven valt op te maken dat deze hamer voornamelijk bij de varkensslacht in gebruik is. Op de hamer zit soms een ijzeren pinnetje dat door de schedel van het dier wordt gedreven om zo de hersenen te beschadigen. Niet voor alle woordtypen kan de garantie gegeven worden dat ze een "houten hamer" aanduiden. [N 28, 5a; N 28,10c; monogr.] II-1