e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krijt knijt: knīt (Bleijerheide) Het krijt dat wordt gebruikt bij het aftekenen en soms ook bij het ontvetten van materiaal. [N 64, 82b] II-11
krimpen brokkelen: brø̜kǝlǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]) Gezegd van het dak, wanneer het afbrokkelt. [N 95, 490] II-5
krols lopetig: löfetig (Bleijerheide), bijv. v. honden  leu’fetig (Bleijerheide), lopig: lø͂ͅpix (Bleijerheide) loops || loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
krom, met bochten krom: króm(p) (Bleijerheide), scheef: sjeef (Bleijerheide) krom III-4-4
kromme lat lat: lats (Bleijerheide) Een gebogen lat die men gebruikt bij het tekenen en uitmeten van het patroon. Deze moet zo gebogen zijn dat daarlangs kanten van schoot en revers gemakkelijk getrokken worden. De lat is bij voorkeur gemaakt van een niet splinterende houtsoort (Gerritse, pag. 19). Zie afb. 4. [N 59, 3b] II-7
kromme leest kromme leest: kromǝ lę̄s (Bleijerheide) De leest die verschillend is voor de linker- en de rechtervoet. Deze is de opvolger van de rechte leest die zowel voor een linker- als voor een rechterschoen wordt gebruikt. Deze laatste raakte in onbruik sinds de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Zie afb. 12. [N 60, 185c] II-10
krommen krommen: krum⁄me (Bleijerheide) krommen III-4-4
krompasser rondpasser: roŋkpasǝr (Bleijerheide) Passer met kromme benen waarmee de dikte van voorwerpen kan worden gemeten. Er bestaan twee uitvoeringen van de krompasser: één met veer en stelschroef en één met een scharnierpunt dat voldoende stroef is om de twee benen, na het uitzetten van de vereiste afmeting, in die stand vast te houden. De benen van de krompasser met stelschroef kunnen met een kartelmoer worden gefixeerd. Zie ook afb. 82. [N 33, 252c; N 64, 80b; N 66, 1b] II-11
kruid (alg.) kruid: kroed (Bleijerheide) kruid III-4-3
kruiden, specerijen gewrz (du.): jewürts (Bleijerheide) specerijen III-2-3