e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaal kwaal: kwoal (Bleijerheide) kwaal [DC 02 (1932)] III-1-2
kwalijk nemen verdenken: verdin’ke (Bleijerheide) kwalijk nemen III-1-4
kwart, vierde deel, maat vierdel: vieë⁄del (Bleijerheide) kwart, vierde deel III-4-4
kwartel kwartel: kwat’tel (Bleijerheide) kwartel III-4-1
kwartje kwartje: willempje (Bleijerheide) kwartje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
kwartmaanmes vierdelmaand: vidǝlmont (Bleijerheide) Mes waarmee men de stukken leer voor de binnenhaam uitsnijdt. Het heeft de vorm van een kwart maan. Zie afb. 71. [N 36, 39; Li 1963, 49] II-10
kwast, noest aast: ǫas (Bleijerheide  [(meervoud: ø̜as)]  ) Een onregelmatigheid in de houtstructuur van een boom. Kwasten ontstaan op plaatsen waar zich een tak bevindt of heeft bevonden. Zie ook afb. 204. Vgl. voor het woordtype aast ook het Hgd. Ast. [N E, 1; N 50, 76f; N 75, 97a-b; monogr.] II-12
kweek kweek: kwieëk (Bleijerheide), piek: pieëk (Bleijerheide) kweekgras III-4-3
kwitantie kwijting: kwietong (Bleijerheide) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
laadbak schüttelbak: šytǝlbak (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Wilhelmina]) Vaste of schuddende laadbak onder aan een pijlervoet of onder een wentelgoot, die wordt gebruikt om mijnwagens met ontgonnen gesteente te vullen. In de mijnen van Winterslag en Waterschei maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen enerzijds de "schudbak" die zich aan de voet van de pijler bevindt, en anderzijds de "trimouye" en de "schudtafel" die aan het uiteinde van de wentelgoot zijn bevestigd. [N 95A, 3; monogr.; N 95, add.; Vwo 458; Vwo 459; Vwo 774; Vwo 786; Vwo 796] II-5