e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leren naaien naaien leren: niǝnǝ līrǝ (Bleijerheide) Het vak van naaister leren. [N 62, 1f] II-7
lesboek, instructieboek leerboek voor de houwer: liǝrbox vȳr dǝr hø̜jǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Instructieboek dat men nodig heeft voor de opleiding tot bijvoorbeeld houwer. [N 95, 994] II-5
leuninghouders geländerhouders: jǝlɛndǝrhǫwdǝrs (Bleijerheide) Haakvormige ijzers waarmee de trappeleuning aan de muur of op de smetplank wordt bevestigd. [N 55, 140] II-9
leunstoel pruttel: prøtəl (Bleijerheide), sessel (d.): zɛsəl (Bleijerheide) fauteuil || ouderwetse leunstoel III-2-1
leurder kramer: krie-ëmer (Bleijerheide) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
lever lever: lęǝvǝr (Bleijerheide) Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] I-11
leverpastei lever-pastete: leë’verpasteet (Bleijerheide), pastete (d.): pasteet’ (Bleijerheide) leverpastei || pastei III-2-3
leverworst leverworst: leë’verwoeësj (Bleijerheide), lēēverwōēsj (Bleijerheide) leverworst [N 06 (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer waterjuffer: was’serjómfer (Bleijerheide) libel III-4-2
lichte overjas lichte overrok: liede őverrok (Bleijerheide) herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] III-1-3