e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijmkachel lijmoven: līmovǝnt (Bleijerheide) Lange stoof waarop het hout wordt verwarmd als dit gelijmd moet worden met warme lijm. [N 54, 8] II-12
lijmknecht, sergeant lijmtang: līmtsaŋ (Bleijerheide) Houten of metalen werktuig waarmee te lijmen delen vastgeklemd kunnen worden. Het bestaat uit één of twee lange benen waarop twee dwarsstukken zitten die met behulp van een draadspil naar elkaar toe gedraaid kunnen worden en de te lijmen delen op deze wijze vastklemmen. Lijmknechten bestaan in verschillende uitvoeringen en afmetingen. Met de in dit lemma opgenomen benamingen worden doorgaans grotere lijmknechten aangeduid, waarbij de lengte van het been of de benen meer dan 30 cm bedraagt. Zie ook afb. 120 en 121. [N 53, 216c; N 53, 217b; N 53, 215; N G, 15; monogr.] II-12
lijmkrabber lijmkratser: līmkrɛtsǝr (Bleijerheide), lijmschrapper: līmšrabǝr (Bleijerheide) In het algemeen een krabber om gemorste of overtollige lijm te verwijderen. Als lijmkrabber kunnen verschillende werktuigen worden gebruikt zoals een beitel, een schraapstaal of een verfkrabber. [N 54, 7] II-12
lijmkwast lijmpinsel: līmpinzǝl (Bleijerheide) De kwast waarmee de vloeibare lijm wordt uitgestreken. [N 54, 6] II-12
lijmpot lijmpot: līmpǫt (Bleijerheide) Een koperen of ijzeren pot waarin bepaalde lijmsoorten op een vuur gekookt of vloeibaar worden gemaakt. De lijmpot bestaat meestal uit een binnen- en een buitenpot. De buitenpot is met water gevuld. Zie ook afb. 151. [N 54, 4; monogr.] II-12
lijmstrijkijzer lijmijzer: līmīzǝr (Bleijerheide) Stuk massief gietijzer met ijzeren steel en houten handvat, dat wordt gebruikt om de lijm onder het fineer opnieuw te verwarmen. Op deze wijze kan eventuele overtollige lijm onder het fineer met behulp van de belijmhamer weggestreken worden. Zie ook afb. 167. [N 54, 5; N 56, 36] II-12
lijmtang ijzeren draaisergeant: īzǝrǝ driǝnsǝržant (Bleijerheide) Een kort ijzeren of houten werktuig waarmee te lijmen delen vastgeklemd kunnen worden. De metalen lijmtang bestaat uit een been waarop een vaste en een verschuifbare bek zijn aangebracht. De verschuifbare bek is voorzien van een draadspil met handvat waarmee de klem tegen de te lijmen delen vastgeklemd kan worden. Zie ook afb. 122. [N 53, 217a; monogr.] II-12
likhout likhout: lekhoats (Bleijerheide) Een stuk hout, er uitziend als een stoelsport, gebruikt om de zolen stevig te polijsten. Volgens de informant van K 278 heeft dit stuk ongeveer de vorm van een deegrol. Zie afb. 57. [N 60, 122c] II-10
likijzer coulisse: kǫwlis (Bleijerheide) Het ijzeren polijstinstrument in het algemeen. [N 60, 135c] II-10
likken lekken: Los miech ins an ¯t ies lek?ke  lek’ke (Bleijerheide), likken: lekǝ (Bleijerheide), likkeren: lekǝrǝ (Bleijerheide), polieren: polīrǝ (Bleijerheide) Het leer gladmaken met behulp van polijstinstrumenten of met een glad stuk hout met kracht over de bevochtigde zool wrijven. [N 60, 122a; N 60, 122b] || likken II-10, III-2-3